Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
non-nonnetje-zusters
Tante Elodie,de tante van mijn pa kan uren vertellen van haar jaren missie in Kinshasa.
Elodie is een brave nunne.
pastoor
medepastoor
de paster(pastoor)en de onderpaster(medepastoor)zingen het liefst gregoriaanse liederen.
1. kot: hokje Vb: autobuskotje:bushok
2. kot: studentenkamer
3. kot: huis
4. kot:achtergebouw
1. We kunnen schuilen bij regen in het autobuskotje.
2. Onze Fien zit op kot in Leuven,ik mis haar enorm.
3. Ik baal ervan als ik hoor dat het tijd is huiswaarts te keren,men spreekt van : we gaan naar ons kot!
4. De buren beginnen met de afbraak van hun koterijen(achtergebouwtjes).
warboel
Ben je daar al es gaan shoppen,wat een vuile bazaar(warboel)!
Fien haar kot,een vuil bazaarke,en dit voor een meisje,foei!
iemand die heel veel belang hecht aan zijn uiterlijke,zijn of haar voorkomen.
modieus,verzorgde persoon
meestal zegt men het tegen de vrouwen
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.