Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kindertaal voor auto
Deze keer gaan we met den tuut naar bomma, niet met de tsjoektsjoek: nu kunnen we uw fietske meenemen.
een goed(e) (kind, leerling, werkkracht, collega, persoon,…)
Ik denk dat het zich uit W-Vl verspreid heeft, maar zeker weet ik het niet.
in Antwerpen ‘een goeke’
in Brabant een goeike, m. ne goeie
Die nieuwe aan de receptie, dat is een goedje zenne. Heel vriendelijk en behulpzaam.
er altijd piekfijn uitzien
in Nederland:
Van Dale
hij is, ziet eruit als uit een doosje/om door een ringetje te halen
buitengewoon net en met zorg gekleed
Hoe doet ze het toch, ook als ze pas uit haar bed komt ziet ze eruit alsof ze uit een doosje komt.
- iemand die bij een christelijke partij een belangrijke functie heeft
zie ook: tjeef
’t Is een kalote, hij zal wel zorgen dat zijn zoon in een katholieke school kan lesgeven.
Men zegt in bepaalde milieus: “’Ik zitte met den bucht”; dat wilt zeggen: “Ik heb mijn maandstonden”,“Ik ben ongesteld”.
De dochter wou gaan zwemmen, maar moest afzeggen, ze zit met den bucht.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.