Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
tetanus;
Ich hèm mich gescheird oan ne verrroeselde naogel, naa moet ich neu den doktoor veur een spoat tege de klem.
Ik heb me gekrast aan een verroeste spijker, nu moet ik naar de dokter voor een anti-tetanusspuit.
kreunen
Mijn man is verkouden, hij ligt daar in de zetel te kroeëzen, nog erger of hij ligt op sterven.
inhalig persoon;
zie ook schuffel, beide termen worden hier gebruikt.
Als ons moeder pannenkoeken bakt, dan moet je rap zijn, anders heb je er geen meer, ons Kareltje is nogal ne sloekker.
luier;
(of om een merknaam te noemen: pamper)
De hangt hie eu fris geurke, onzen platten hanne hèt in zen pisbroek gescheten.
Er hangt hier een fris geurtje, onze baby heeft in zijn luier gekakt.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.