Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Grote sterke vrouw.
Amai, hebt ge die vrouw gezien? De droeg hier juist twee zakken cement buiten. Ze moest zich bukken aan de deur, zo’n grote. Wat was me dat. Dat was me nog eens ne gendarmekweker.
Een houwtouw, een badgedrager,een nekriempje
Ziet hem daar lopen, wat heeft den diene allemaal aan zijn brolkoord hangen?(dialect Gent: brolkuurde) Het is precies of hij zijn zakken heeft leeggemaakt en het allemaal rond zijne nek heeft hangen.
zure karamel (gele bol) Hard langs buiten en na enig zuigwerk komt de vloeibare (zure) binnenkant in je mond terecht. Ben even het merk kwijt, maar het zal zeker gekend zijn.
‘Mémé, ik heb goesting in een karamel’. Dat komt goed uit menneke, ik heb just ne zak gloeiers gekocht. Ze liggen in de snoepkast. Pak u maar ene. ‘Dank u mémé.’
rode bes
Ik ben vandaag naar de winkel gegaan, de wiemelkes stonden in reclame. Ik heb een paar kilo gekocht om er confituur van te maken. Ik ga ze uitpersen en gebruik enkel het wiemelkesnoat. (rodebessensap)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.