Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iemand die graag in z’n luie stoel zit
Tijdens de week ben ik ne zetelhanger en in’t weekend nen tooghanger.
alles aangeschaft hebben, alles in orde hebben
Hedde alles gekocht wat er op het lijstje stond? Goe, dan zijn we gesteld.
veel plaats innemen
Ge spoort weer zo breed me uw ellebogen, krijg’kik ook nog wa plaats?
meisje in “bar” die op je kosten drinkt
“Lap, gene rotte frang meer over, die afzuipster hee me echt blut gezopen.”
slet, snol
Ze noemen haar de matras omda half’t dorp er al opgelegen heeft…
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.