Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Snoepgoed.
In de supermarkt een hele gang snoeperderij, te veel om uit te kiezen, slecht voor de lijn, slecht voor de tanden maar oh zo lekker.
een stukske plakband
“lakkerke”
(Waasland)
Mijn pènne ee een bùëste; ’k è d’er een lakske op heplakt.
(Mijn pen heeft een barst; ik heb er een stukje plakband op gekleefd.)
het stinkt hier
wat een stank
Ze hebben net de velden bemest, amai, ’t is pienuf.
Vrouwenzot, versierder.
(uitspraak wijve-puh-tie)
Hij versiert de een na de ander, ’t is nen echte wijvepetie.
het stinkt hier
wat een stank
Ze hebben net de velden bemest, amai, ’t is pienuf.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.