Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Zeer loshangende, niet aansluitende broek die aan het lijf hangt te kloteren.
Lach maar! Een kloterbroek is wel veel gemakkelijker om in te bewegen dan een spannende jeans.
Zeer los hangen, niet aansluiten. Vooral gebruikt voor kledij, stoffen, touw of afdekzeil.
Bij uitspraak ligt de nadruk op de eerste lettergreep.
Klo-te-ren (niet klotéren)
Die broek is veel te groot en ze sluit absoluut niet aan. Ze hangt te kloteren aan je lijf. Ja zeg, dat is tegenwoordig mode.
Dat stuk zeel hangt al weken aan het hek te kloteren in weer en wind. Dat ontsiert de boel, haal dat touw er een af.
Dat zeil is er maar half zijn voeten opgelegd en hangt te kloteren. Dek de boel eens ineens goed af.
Iemand die zeer graag en veel snoept.
Hij/zij is een serieuze snoeperkont. Een hele kast vol beertjes, zuurtjes, drop, koekjes en het verdwijnt allemaal bijzonder vlot.
verbastering van het werkwoord “zijn”
wordt enkel gebruikt voor 2 de persoon meervoud
We zijn – We zimmen
Zijn we – Zimme we/Zimme
We zimmen eindelijk gearriveerd, waar is dat feestje?
Zimme gereed? Dan kunnen we vertrekken.
Snoepgoed.
In de supermarkt een hele gang snoeperderij, te veel om uit te kiezen, slecht voor de lijn, slecht voor de tanden maar oh zo lekker.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.