Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Schroot; benaming van metaalafval in het Mechelse.
Zie ook “matrel”
Gooit den afval maar bij de mitral.
Schroot; benaming van metaalafval op de scheepswerven in de Rupelstreek
Smijt den overschot maar bij de matrel.
In de steenbakkerijen van de Rupelstreek, de vers gemaakte kleistenen opstapelen op een bepaalde manier (gammen), zodat zij konden drogen om later naar de ovens te worden gevoerd om te bakken. Resultaat: baksteen.
’t Is donderdag, dan eten de gammers (altijd vrouwenwerk) de op de Boomse markt gekochte patteekes op. Als wij jonge snaken er al niet mee weg waren.
In de Rupelstreek (Boom), een gracht voor de waterafvoer tussen de droogloodsen, waar de ongebakken kleistenen stonden opgestapeld om te drogen, klaar om te vervoeren naar de bakovens.
Der stond veel water in de elzegrippen na de laatste regenbuien
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.