Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
doodgaan
meestal voor dieren
De koe had van de tabaksblaren gegeten en van de balgpijne stak ze de moord
lekken, een gat hebben
(eert. nog sterk verbogen, vgl. Ned. geronnen)
Middelnederlands: ‘rinnen’. Vgl. Duits: ‘rinnen’ = vloeien, stromen; lekken
Z’nen tob rènt, doë ès e koêt èn! (Uwen tob rint, er is een gat in)
of wroed;
woest, razend
die vent was wroet van koleire en hij sloeg den anderen een bulte op zijn kop
of feintig;
Lieftallig, bevallig
de moeder was toch zo preus dat hare jongen dat meiske gevonden had, zo een fintig ding.
verwarren, in wanorde zijn
Hij wilde die lange koorde bezigen, maar ze was helemaal vernesteld.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
