Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
nietig, bijna waardeloos, minderwaardig ding;
wordt gezegd van mens en dier.
Dat hondejong, dat fuk, het gaat nooit entwat worden, ’t en groeit niet en ’t wil niet mee.
een kort slaapje doen
Heb je goed geslapen vannacht? Neen ik, ’t waren allemaal maar hazetukskes.
kieviet ( Vanellus vulgarus): van de familie van de kievieten en plevieren.
In het vroegere wapenschild van de gemeente Wingene stond er een piewitte, met een (gouden?)ring in zijn bek.
Vandaar dat men in die regio het gezegde hoorde:
Egem blinkt,
Ruiselede stinkt,
Wingene draagt de gouden ring.
6 januari: feest van Driekoningen.
En dat is de DERTIENDE dag van de Kersttijd.
Het is morgen dertiendag en de sterrestoet zal weer uitgaan in het dorp.
vlierboom m (sambucus nigra)
Kamperfoelieachtige plant, die vroeger op vele hofsteden te vinden was.
“Gij hebt oren! ’t Zijn wel heren,
in de grote steĂȘn, die leren
dat het zwammen zijn,gedaan
net als oren, die u staan
om den lijve! maar, zij dromen
oren hebt gij, vlienderbomen.
Guido Gezelle
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.