Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
hangslot
ze kosten daar gemakkelijk binnenbreken. de deure was maar gesloten met een molslot.
iemand die knoeit, verkwist
Die moospot is hier weer bezig geweest, ’t ligt hier al overende.
Die moospot had tegen dat ’t noene was, al al zijn drinkgeld verdaan.
een vogeljong dat alleen maar dons, en nog geen pluimpjes op zijn lijf heeft.
De jongen ging vogeljongen in de nesten zoeken, maar omdat het nog blootsepoepers waren, liet hij ze nog in de nesten liggen … tot later.
is de sympathieke vorm van ‘wuf’; een oud wuveke is een oud vrouwtje. En ‘wuveke’(of wuvetje) is soms de koosnaam, die een man aan zijn echtgenote geeft. Zo in een deftige winkel hoorde ik een gesprek tussen een wuveke (ook wuvetje) en haar vintje (de man).
“Zeg, wuveke,weet je gie waar dat’k die doze met die boeken in, gezet heb?”- " Oh, nee’k, vintje, ’k heb ’t echt vergeten."
val; plots op de grond terechtkomen
Toen de renners in al die modderwegen terechtkwamen, was er daar een, die een onbermhertige tumelette maakte.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.