Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Koe (ook in de betekenis van domme/stomme vrouw)
In de Kempen uitgesproken als ‘keuj’.
Ziet die koei me da kalfke daar in de wei staan! Keischattig.
Die Cindy is echt een koei, zie naa wat dat die aanheeft.
spoelbak (van de wc)
uitspraak: /sjasbak/
Als ge aan het kooreke (koordje) van de wc trekt, stroomt het water uit de chassebak in de pot.
Jezus, Jezeke
zie ook Dezekestijd onder het lemma zjüzzekestijd
smoort, smoort, smoort ’n sigaret
doe voort, voort, voort en smoort zo lank a ge nog asem hèt
vraagt on Deezeke, lieve God
dat ’m boven al e pleutske lot
mor da g’ eerst nog moet trekke on oe sigaret
(naar de Strangers)
Jezus’ tijd; in die tijd
gebruikt om aan te geven dat iets oud/antiek is.
(Antw.) diezekes tijd /’die.e z.e k.es/, zie dezeke
Die vrouw is gekleed gelijk in zjüzzekestijd.
Jezus, Jezeke
smoort, smoort, smoort ’n sigaret
doe voort, voort, voort en smoort zo lank a ge nog asem hèt
vraagt on Deezeke, lieve God
dat ’m boven al e pleutske lot
mor da g’ eerst nog moet trekke on oe sigaret
(naar de Strangers)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.