Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
gejaagde, haastige handeling
Het zelfstandig naamwoord is afgeleid van het Zuidnederlandse werkwoord ‘schoffelen’, wat betekent: haastig, gejaagd te werk gaan, zich bewegen.
Omdat wij van plan waren die avond nog naar de film te gaan, werd het huis in een schoffelscheute opgeruimd.
belust op
zie ook het in Vlaanderen zo populaire woord goesting of goeste
Tijdens ons jaarlijkse bezoek aan de Sinkenfoor was Liza begoest op een barbe à papa.
op een welhaast prettige manier baldadig, onstuimig
vaak gebruikt samen met het werkwoord ‘staan’
Een ‘zwien’ is in het West-Vlaams uiteraard een zwijn, en zwijnen kunnen ook soms aanvallen van vrolijke gekte hebben.
Na de komst van de goede Sint stonden onze twee jongste dochters zwienewild.
op een welhaast prettige manier baldadig, onstuimig
vaak gebruikt samen met het werkwoord ‘staan’
Na de komst van de goede Sint stonden onze twee jongste dochters zwienewild.
overhoop, in wanorde
Dat kot van onze studerende zoon in Gent, dat was een grof schandaal: alles lag top over kloten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.