Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Bovendeel van een raam, veelal een tuimelraam.
Venster boven een deur
Zet het opperlicht open , dan moet het ganse raam niet open
denken, nadenken > penser (Fr.)
ook peizen
VD
pein·zen (onovergankelijk werkwoord; peinsde, heeft gepeinsd; peinzer)
1 diep nadenken
Ik peins dat de Juul in den hof zit.
Zwijg en laat me peizen.
gebakjes van de banketbakker
VD
pa·tis·se·rie (dev; patisserieën)
1 pasteibakkerij, banketbakkerij
2 zoetigheid als gebak, bonbons e.d.
Elke zondag brengt Jos patisserie mee van bij den bakker.
voorbijgaan, voorbijkomen, doorgeven
→ Fr. passer (transparant woord)
VD
pas·se·ren2 (overgankelijk werkwoord)
1 (ook absoluut; passeerde, heeft/is gepasseerd) voorbijgaan
Mag ik eens passeren, alstublief?
Ik passeerde in de buurt en ik spring eens binnen.
Wilt ge het zout eens passeren?
pas, identiteitskaart
Hoewel paspoort de officiële benaming is voor een internationaal paspoort, wordt het woord paspoort ook breder gebruikt om een identiteitsbewijs aan te geven.
VD
pas·poort (het)
1 een door een overheid afgegeven identiteitsbewijs, waarmee men de landsgrenzen over mag
Paspoort, tickets, geld? OK, dan kunnen we vertrekken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.