Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Bezittelijke voornaamwoorden in combinatie met een mannelijk zelfst.naamw. krijgen in de spreektaal een extra -e of wanneer het zelfst.naamw. met een klinker of met een b, d, t of h begint. (Voor een juistere toedracht zie regel nen)
mijne(n), uwe(e), zijne(n), hare(n), onze(n), hunne(n)
De Jean heeft zijnen auto in de prak gereden.
Zij heeft hare vent laten staan.
Onzen Hendrik is niet thuis.
Ze zijn thuis, hunnen auto staat voor hun deur.
Bezittelijke voornaamwoorden in combinatie met een mannelijk zelfst.naamw. krijgen een extra -e of wanneer het zelfst.naamw. met een klinker of met een b, d, t of h begint. (Voor een juistere toedracht zie regel nen)
mijne(n), uwe(e), zijne(n), hare(n), onze(n), hunne(n)
De Jean heeft zijnen auto in de prak gereden.
Zij heeft hare vent laten staan.
Onzen Hendrik is niet thuis.
Ze zijn thuis, hunnen auto staat voor hun deur.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.