Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1) fig.: achterstand goed maken, (fig.) opening verkleinen
2) lett.: een opening in een dijk, … waar water door kan stromen dichtmaken
zie bres
VD2015 kent een aantal uitdrukkingen zoals ‘bres slaan’, ‘voor iemand in de bres staan’, maar ‘bres dichten’ niet.
google2015:
‘bres dichten’: .BE (174) ; .NL meestal mbt BE
‘bres gedicht’: .BE (245) ; .NL (62)
1) Michel Wuyts op tv1: ‘Van Marcke moet de bres dichten…’
uniederzorgenlozen.be: Wie thuis niet de ruimte of de accommodatie heeft om ook eens volk te ontvangen, wordt dit genoegen ontzegd. Met het intieme ‘Ééntafelrestaurant’ willen we deze bres dichten.
niewsblad.be: In de finale viel Mertens nog twee keer zwaar aan en telkens moest ik de bres dichten.
vgc.be: project “Jongeren als leiders: de bres dichten tussen beroepskrachten en vrijwilligers in werkingen maatschappelijk kwetsbare jongeren”.
(2) gva.be: De brandweer van Beveren kwam ter plaatse en kon met zwaar materieel de bres dichten,…
breuk, opening
VD95: vermeldt enkel de historische betekenis van een gat in een vestigingsmuur + de uitdrukkingen ervan (een bres slagen etc;)
VD2015 online: vermeldt het ongemarkeerd
Hoe groot is de bres achter de koplopers? (Wuyts in de verslaggeving van het Belgisch kampioenschap wielrennen)
Bezittelijke voornaamwoorden in combinatie met een mannelijk zelfst.naamw. krijgen in de spreektaal een extra -e of wanneer het zelfst.naamw. met een klinker of met een b, d, t of h begint een -en. (Voor een juistere toedracht zie regel nen)
Ook varianten en uitspraakvarianten volgen deze regel: olle(n), ullië()n
mijne(n), menne(n), …
uwe(n), awe(n), … (niet: jouwe(n))
zijne(n), zenne(n), …
hare(n), (h)oare(n), (h)eure(n), …
onze(n)
jullie maar niet jullieë(n), wel: olle(n), ullië(n), elle(n), …
hunne(n)
soms ook voorafgaand met het lidwoord ‘de’ (maar dan gaat het niet over bezitt. voornaamw.)
De Jean heeft zijnen auto in de prak gereden.
Het is de zijne maar, dus dat is niet zo erg.
Zij heeft hare vent laten staan.
Den haren is te voet naar huis moeten gaan.
Onzen Hendrik is niet thuis.
Den onzen is weer op pintenjacht.
Ze zijn thuis, hunnen auto staat voor hun deur.
Den hunne staat al een tijdje op den oprit.
Bijv. naamw., aanw.voornaamw., … in combinatie met een mannelijk zelfst. naamw. krijgen in de spreektaal een tussen-n wanneer het zelfst.naamw. met een klinker, of een b, t of h begint. (zie regel bij nen)
zie ook bezittelijke voornaamwoorden
De Kleine en de Groten Beer zijn sterrenbeelden.
Dezen hoed staat u goed.
Ne groenen asbak. Nen blekken asbak.
Afkomstig van de accusatief in het oude naamvallenstelsel, dat er zo uitzag voor het mannelijk onbepaald lidwoord:
1. nominatief: een / ‘n
2. genitief: eens / ‘ns
3. datief: enen / ‘nen
4. accusatief: enen / ‘nen
Voorbeelden in het oude naamvallenstelsel:
- nen sterken koning
- nen groten boom
- nen roden vis
Voordat het AN als standaardtaal werd geïmporteerd, pleitten sommige Vlaamse grammatici ervoor “nen” en “den” als mannelijke lidwoorden in te voeren in de ortografie ook in de nominatief – Zoals hierboven voorbeelden voor gegeven werden. De neiging om accusatieven te gebruiken in stede van nominatieven noemt “accusativisme”.
Mettertijd werd er steeds meer geassimileerd en op den duur ontwikkelde zich het tegenwoordige, bij de eerste aanblik vrij chaotisch voorkomende, stelsel:
nen – voor alle klinkers, en een paar medeklinkers: d, t en h
nem – voor ‘b’, wordt door de meesten geschreven als ”nen” (behalve in Limburg waar geen n wordt uitgesproken voor de b)
ne – in alle andere gevallen, dwz voor: c f g j k l m n p q r s v w x y z sj zj …
Let wel! Wellicht assimileert gij anders. Verbetert dan alstublieft dit artikel, en geeft duidelijk aan waarvandaan ge komt, opdat geïnresseerden het mogen weten.
Dezelfde flexie wordt gebruikt voor bijvoegelijke naamwoorden, voor den, voor bezittelijke voornaamwoorden, etc. Ook in die gevallen zijn de vormen af te leiden van oude accusatieven.
Sommigen gebruiken (vaak onder invloed van het AN?) “een” ook bij mannelijke woorden.
zie ook: tussen-n in combinatie met man. znw.
Ik heb ne motocyclette gekocht van ne Chinees.
Ik heb nen oranje motocyclette gekocht van nen oranje Chinees.
Ik heb nen boom gekocht van ne Japanees.
Van dezelfde Japanner ook nen automobiel.
Ik heb nen otto gekocht van nen Hollander.
Dit is nen blauwen boom. Uitzondering: in Limburg hoor je in het lidwoord of attributief gebruikt adjectief geen -n voor een b; daar is het: ne boom, ne braune boom.
Voor de volledigheid
De archaïsche flexie van “een” voor vrouwelijke naamwoorden:
1. nominatief: ene / ’ne > een / ’n
2. genitief: ener / ’ner
3. datief: ener / ’ner
4. accusatief: ene / ’ne > een / ’n
Dankzij het feit dat het vrouwelijk lidwoord gereduceerd is tot “een”, onstaan geen problemen doordat men tegenwoordig “ne” zegt bij mannelijke woorden.
En – hetgeen hier bijna niets terzake doet – het onzijdige:
1. nominatief: een / ’n
2. genitief: eens / ’ns
3. datief: enen / ’nen
4. accusatief: een / ’n
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.