Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    scharen
    (schaarde, geschaard, zw. ww.)

    “pakken”

    < vastscharen, vb een persoon of een dier
    < opscharen bv een ziekte, een persoon
    < bijeenscharen: bijeenpakken, grabbelen
    < uitscharen: bv. door krabben de laatste restjes uit een pot halen

    VD95: scharren (gewestelijk) krabbelen, scharrelen, grissen, graaien, grappen

    Schaart dien hond vast of die loopt naar die fietser!
    Ge moet mij zo niet vastscharen, ik weet wel waar dat ik loop zenne!

    Knoop uw sjaal dicht, of ge schaart nog iets op!
    Waar heeft hij dat farm mokske opgeschaard?

    Schaart uwe boel bijeen en vertrekt; onder mijn ogen onderuit!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 17 Jan 2015 08:10
    0 reactie(s)

    bijeenscharen
    (ww. )

    1) door krabben en schrapen bij elkaar voegen
    2) kleine brokjes bij elkaar vegen
    3) fig.: met kleine beetjes bij elkaar vergaren (bv. geld)

    zie ook: scharen

    1) Als ge die boter van de randen van dat potteke bijeenschaart, kunt ge daar gemakkelijk nog een boterham mee smeren.

    2) De Jean heeft altijd de gewoonte om de kruimels van de tafel met de wreef van zijn hand bijeen te scharen, ze aan de rand van de tafel in zijn andere hand te vegen om ze tenslotte in een snelle beweging in zijn hoog opengesperde mond te laten verdwijnen.

    3)vicram.waarbenjij.nu/reisverslag: ’miljaarde! Het is weer zover, kheb ne poef in den trol, alhoewel ik had gezworen om nooit meer een poef te hebben. Maar mijn thee met rum verslaving werd mij weer temachig waardoor ik verzwakte en weer naar de poef greep.Ik zal dus weer een paar weken moeten verdwijnen uit den trol totdat ik wat geld bijeengeschaard heb. ’

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 17 Jan 2015 08:08
    1 reactie(s)

    bijeenscharen
    (ww. )

    1) door krabben en schrapen bij elkaar voegen
    2) kleine brokjes bij elkaar vegen
    3) fig.: met kleine beetjes bij elkaar vergaren (bv. geld)

    1) Als ge die boter van de randen van dat potteke bijeenschaart, kunt ge daar gemakkelijk nog een boterham mee smeren.

    2) De Jean heeft altijd de gewoonte om de kruimels van de tafel met de wreef van zijn hand bijeen te scharen, ze aan de rand van de tafel in zijn andere hand te vegen om ze tenslotte in een snelle beweging in zijn hoog opengesperde mond te laten verdwijnen.

    3)vicram.waarbenjij.nu/reisverslag: ’miljaarde! Het is weer zover, kheb ne poef in den trol, alhoewel ik had gezworen om nooit meer een poef te hebben. Maar mijn thee met rum verslaving werd mij weer temachig waardoor ik verzwakte en weer naar de poef greep.Ik zal dus weer een paar weken moeten verdwijnen uit den trol totdat ik wat geld bijeengeschaard heb. ’

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 17 Jan 2015 08:08
    1 reactie(s)

    opscharen
    (ww. schaarde op/opschaarde, opgeschaard)

    Opdoen, opscharrelen, aan de haak slagen (= slaan)

    VD95: opscharren
    1.(gewestelijk) door scharren of krabben naar boven of tevoorschijn brengen
    2. opdoen

    vgl. scharen

    Miljaar, waar heeft em die slons opgeschaard?

    Ik denk da’k ergens een angine heb opgeschaard…

    De kiekens stampen met hun poten op de grond, dan kunnen ze gemakkelijk pieten opscharen.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Georges Grootjans op 17 Jan 2015 07:52
    4 reactie(s)

    scharen
    (schaarde, geschaard, zw. ww.)

    “pakken”

    < vastscharen, vb een persoon of een dier
    < opscharen bv een ziekte, een persoon
    < bijeenscharen: bijeenpakken, grabbelen
    < uitscharen: bv. door krabben de laatste restjes uit een pot halen

    VD95: scharren (gewestelijk) krabbelen, scharrelen, grissen, graaien, grappen

    Schaart dien hond vast of die loopt naar die fietser!
    Ge moet mij zo niet vastscharen, ik weet wel waar dat ik loop zenne!

    Knoop uw sjaal dicht, of ge schaart nog iets op!
    Waar heeft hij dat farm mokske opgeschaard?

    Schaart uwe boel bijeen en vertrekt; onder mijn ogen onderuit!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 17 Jan 2015 07:51
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.