Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
snoepje, snoepgoed, zoete snoepbol om op te zuigen
Wie van de kindjes wil een bolleke? Ge zijt allemaal heel flink geweest.
Met mijne vlieger en zijne staart.
Hij gaat omhoge, ‘t is ‘t ziene waard.
’k Geef hem maar klauwe, op zijn gemak.
‘k Heb nog drei bollekes in mijne zak.
(De Vlieger, K. Burgelman, A. De Kegel)
iemand die gedurig sip, treurig kijkt
Zie die trunte, het is weer niks goed aan dat eten.
verliezen
Als ik nu een 6 gooi, zijt ge der zeker aan en moeten we nog een revancheke spelen.
stroop van appelen en/of peren, de echte van Liège.
Wil je nog een boterham met siroop? Ja, maar de lekkerste poepsiroop heb ik dit jaar op kamp gegeten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.