Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
alles wat de lochtienk of de groententuin voortbrengt
mijn lochtnieringe is vandejare beter gelukt, ik heb wel goed gevet, deze keer met paardevette
groentetuin
< Van Dale: van look (een plant) + tuin
< A.A. Weijnen: lochting, lofting tuin (vla.), lochter (hasp.). = mnl. lochting, lochten, lochtuun ‘id.’. = oeng. l?ac-t?n ‘groentetuin’, vero.eng. leighten ‘tuin’. Het eerste deel = nl. look, het tweede = tuin.
ook in West-Vlaanderen
Ik plant sla in mijn lochting.
op bezoek komen – gaan
Ge moet niet te lang wachten om nog een keer over te steken, we zijn wij van de jongste niet meer.
Saluutjes hé, we gaan binnenkort nog wel eens oversteken en we gaan de kinderen meebrengen
’t is lang geleden dat we nog overgestoken hebben bij tante Julia
besmettelijk
Mijn kindje mag niet naar de crèche omdat roodvonk betrapelijk is, ze heeft het waarschijnlijk betrapt van haar nichtje.
Als je bij de hond slaapt betrap je zijn vlooien
een stortvlaag
Gisteravond heeft het een ferme biezze gedaan! De goten konden het water niet meer slikken, de bloemen lagen plat en de visvijver liep haast over.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.