Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zéér ongerust
Ze is direct met de kleine naar de spoed gereden want ze was doodongerust.
afschilferen (van verf)
< af + blotten (< plotten = loslaten, afblaren)
Mijn dakgoot is pas twee jaar geschilderd en ze is weeral aan ’t afblotten.
doen alsof, veinzen
stiekem, ongemerkt, in ’t geniep, dievelings
Dievlinge weg graaide Kareltje in de koekendoos.
de menu op een kermisdag (hoogdag)
< kerremesse = feest + teten = eten, spijs
Koetong met kroketjes was vroeger kermesteten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.