Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Marcus

    sloekembeir
    (de ~ m geen mv)

    ingebeeld beest dat zich schuilhield op plaatsen waar kinderen voor niets nodig waren, zie sloekepier, loekebeir, bietebauw, pakkeman, korenpater, doezeman, peetieloetie,pietje beu

    Blijf daar maar weg, daar zit de sloekembeir.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door Marcus op 11 Nov 2015 00:52
    0 reactie(s)

    sloekepier
    (de ~ (m.), ~en)

    een ingebeelde boeman die in het kolenhok verborgen zat
    Als straf op je knieën in ’t kolenhok zitten met de deur toe.

    ook in de Antwerpse Kempen naast sloekembeir, loekebeir

    zie synoniemen in andere regio’s bij SN: bietebauw, pakkeman, korenpater, doezeman, peetieloetie, pietje beu]

    Als we als kind stout waren zei ons moeder:
    als ge u nu niet voegt, vliegt ge bij sloekepier.

    Bij ons zat de sloekepier in de kelder, want daar was het kolenkot.

    Regio Vlaamse Ardennen
    Bewerking door Marcus op 11 Nov 2015 00:50
    2 reactie(s)

    peetieloetie
    (znw. (m), ~s)

    boeman, kinderschrik; een geheimzinnige figuur die stoute kinderen angst aanjaagt

    Een combinatie van peetie in de zin van ‘vent’ en loetie: iemand met een wispelturig karakter.

    Dikwijls uitgesproken als ‘pieteloetie’.

    Zie ook: bietebauw, pakkeman, korenpater, doezeman, peetieloetie, sloekepier, sloekembeir, loekebeir,pietje beu

    Wie in de klas te veel lawaai maakte, zo dreigde de meester, zou vroeg of laat achteraan in de schapraai gestoken worden, alwaar de misnoegde peetieloetie woonde!

    Regio Vlaamse Ardennen
    Bewerking door Marcus op 11 Nov 2015 00:49
    0 reactie(s)

    doezeman
    (nen ~ (m.), ~nen)

    (ingebeelde) schrikaanjager

    Bij Cornelissen-Verviet ook ‘does’; samenstelling doezeman
    “Bange kinderen derven nie’ alleen naar boven gaan in den donkere; daar moest is ’nen does op den trap zitten!”

    zie synoniemen bij bietebauw,pakkeman, korenpater, peetieloetie, sloekepier, sloekembeir, loekebeir,pietje beu

    Als ge niet braaf zijt, gaat den doezeman komen.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door Marcus op 11 Nov 2015 00:48
    2 reactie(s)

    korenpater
    (de ~ (m.), ~s)

    Het is een onzichtbar fantasiewezen dat in het korenveld tussen het koren leeft.
    Meestal werd dit gebruikt om kinderen af te schrikken zodat ze niet in het korenveld gaan spelen, om het plat trappen van het koren te voorkomen.

    ook in het Hageland

    zie varianten in andere regio’s bij bietebauw, pakkeman,doezeman, peetieloetie, sloekepier, sloekembeir, loekebeir,pietje beu

    “Kinderen, ga buiten spelen maar niet in het koren komen want de korenpater zit daar en die pakt alle stoute kindjes mee.”

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door Marcus op 11 Nov 2015 00:47
    3 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.