Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
stapelzot
zie ook stiepelzot
Ik ben stoppezot van u.
Die BMW, daar ben ik stoppezot van.
schotel, couvert
hoofdplat, koude pla
eind-t wordt niet uitgesproken
< Frans: plat
zie andere definities van plat
Het restaurant draait goed. Tijdens de middagservice heeft de keuken 160 plats doorgegeven.
Als hoofdplat had ik hinde met puree en gebakken witloof met gestoofde appel en veenbessen gegeten.
oorsprong:
Suikerbonen worden in sommige streken na de doop uit een tweede luier gehaald en nadien rondgedeeld, vanwaar de benaming “kinnekeskak”
zie synoniemen bij doopsuiker
Het bezoek kreeg in het moederhuis een mooi doosje kinnekeskak.
vleier
zie ook smouten
Ga weg smouter! ’k En geef niet!
(Ga weg vleier! Ik geef niets!)
ijskristallen op takken, gras
NL: rijp
Het heeft gerijmd vannacht, kijk de spinnewebben zijn zwaar van de rijm.
“Het hagelde, ’t sneeuwde, het miek er zo koud,
de rijm lag op de daken.
Sint Jozef tegen Maria sprak:
’Och here, wat zullen wij maken?”
(traditioneel kerstlied)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.