Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
janken van een hond
overdrachtelijk: zich met veel misbaar beklagen
zie: kajanken, kajieten, kajonkelen, kerminkelen
Als hij de rekening thuis aankrijgt zult ge hem nogal horen kajoenkelen.
Het kind is met zijn veloke van den borduur getotterd (totteren) en nu kanjoenkelt dat van de zeer aan zijn kniekes.
janken van een hond
overdrachtelijk: zich met veel misbaar beklagen
zie: kajanken, kajieten, kajonkelen, kerminkelen
Als hij de rekening thuis aankrijgt zult ge hem nogal horen kajoenkelen.
Het kind is met zijn veloke van den borduur getotterd (totteren) en nu kanjoenkelt dat van de zeer aan zijn kniekes.
dof dreunend geluid,gestommel
de oe wordt kort uitgesproken zoals in “koek”
Onze petere zong altijd een liedje over den eerste oorlog en daar kwam een vers in “wijd weg hoorde hij ’t gedoemel van ’t groot kanon”.
dof dreunen, stommelen
zie ook gedoemel
de oe wordt kort uitgesproken zoals in “koek”
Ik hoorde in de verte een trein voorbij doemelen.
- janken
- zeuren
zie ook kajonkelen,kajieten,kajanken, kajoenkelen
- die kat is al gans de dag aan het kerminkelen; ze zoekt haar jongen
- nu moet je stoppen met kerminkelen, je krijgt vandaag geen snoep meer
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.