Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Marcus

    parmantig

    fier

    Zie hem lopen. Hij loopt nogal parmantig.

    Regio Standaard Nederlands
    Bewerking door Marcus op 18 Mar 2016 00:38
    1 reactie(s)

    schieting
    (z.nw. de ~ (v) ~en)

    schietbeurt, schietronde
    ook: met carbidbussen schieten tijdens een huwelijk

    zie verder: wipschieting en gaaischieting, schieten voor nen trouwer

    Het huishoudelijk reglement bepaalt welke kalibers je mag gebruiken bij welke schieting en op welke stand. (dezilverberg)

    Bij de Belle Vue zijn de “schietingen” op de liggende wip in het zaaltje naast het café. (De Zwinkrant)

    Toelating schieting. De toelating voor het afvuren van vreugdeschoten naar aanleiding van een huwelijk, moet je aanvragen bij de gemeente. (dienst Burgerzaken).

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 17 Mar 2016 19:53
    2 reactie(s)

    aftrekken, samenvatting
    (~, trok af, afgetrokken)

    1 een fles met kroonkurk openen, ontkurken, opendoen

    2 de vloer, met behulp van een aftrekker, droog maken.

    3 bloed aftappen

    4 met een (snelle) beweging eerst achterwaarts uithalen en dan voorwaarts iets lanceren, laten vertrekken,

    5 verkleuren

    6 plukken, afplukken, iets losmaken

    7 (militair) terugtrekken

    8 het wegebben van het zeewater

    9 bleek worden, uitputten, verzwakken, mager geworden zijn

    10 slopen, afbreken

    Voor details, meer voorbeelden en de regio waar de verschillende betekenissen worden gebruikt zie bij de afzonderlijke lemma’s.

    1 We zullen eens een fles aftrekken op uwe verjaardag.
    2 Het is nog nat, ik moet nog aftrekken in de keuken.
    3 Rol uw mouw een op, ik ga bloed aftrekken
    4 Ineens trok hij af en de steen vloog door de ruit.
    5 Ge moet die zetels afdekken, want de stof trekt af.
    6 Trek eens een appel af, ik denk dat ze rijp zijn.
    7 De vijand trok af na de nederlaag.
    8 Als het water aftrekt blijven de bootjes op het zand achter.
    9 Zijt ge ziek? Ge ziet er toch zo afgetrokken uit.
    10 Ze gaan de schuur aftrekken en een garage bouwen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 17 Mar 2016 19:33
    2 reactie(s)

    aftrekken, samenvatting
    (~, trok af, afgetrokken)

    1 een fles met kroonkurk openen, ontkurken, opentrekken

    2 de vloer, met behulp van een aftrekker, droog maken.

    3 bloed aftappen

    4 met een (snelle) beweging eerst achterwaarts uithalen en dan voorwaarts iets lanceren, laten vertrekken,

    5 verkleuren

    6 plukken, afplukken, iets losmaken

    7 (militair) terugtrekken

    8 het wegebben van het zeewater

    9 bleek worden, uitputten, verzwakken, mager geworden zijn

    10 slopen, afbreken

    Voor details, meer voorbeelden en de regio waar de verschillende betekenissen worden gebruikt zie bij de afzonderlijke lemma’s.

    1 We zullen eens een fles aftrekken op uwe verjaardag.
    2 Het is nog nat, ik moet nog aftrekken in de keuken.
    3 Rol uw mouw een op, ik ga bloed aftrekken
    4 Ineens trok hij af en de steen vloog door de ruit.
    5 Ge moet die zetels afdekken, want de stof trekt af.
    6 Trek eens een appel af, ik denk dat ze rijp zijn.
    7 De vijand trok af na de nederlaag.
    8 Als het water aftrekt blijven de bootjes op het zand achter.
    9 Zijt ge ziek? Ge ziet er toch zo afgetrokken uit.
    10 Ze gaan de schuur aftrekken en een garage bouwen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 17 Mar 2016 19:31
    2 reactie(s)

    aftrekken, samenvatting
    (~, trok af, afgetrokken)

    1 een fles met kroonkurk openen, ontkurken, opentrekken

    2 de vloer, met behulp van een aftrekker, droog maken.

    3 bloed aftappen

    4 met een (snelle) beweging eerst achterwaarts en dan voorwaarts iets lanceren, laten vertrekken,

    5 verkleuren

    6 plukken, afplukken, iets losmaken

    7 (militair) terugtrekken

    8 het terugtrekken van de zee, ebben

    9 bleek worden, uitputten, verzwakken, mager geworden zijn

    10 slopen, afbreken

    Voor details, meer voorbeelden en de regio waar de verschillende betekenissen worden gebruikt zie bij de afzonderlijke lemma’s.

    1 We zullen eens een fles aftrekken op uwe verjaardag.
    2 Het is nog nat, ik moet nog aftrekken in de keuken.
    3 Rol uw mouw een op, ik ga bloed aftrekken
    4 Ineens trok hij af en de steen vloog door de ruit.
    5 Ge moet die zetels afdekken, want de stof trekt af.
    6 Trek eens een appel af, ik denk dat ze rijp zijn.
    7 De vijand trok af na de nederlaag.
    8 Als het water aftrekt blijven de bootjes op het zand achter.
    9 Zijt ge ziek? Ge ziet er toch zo afgetrokken uit.
    10 Ze gaan de schuur aftrekken en een garage bouwen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 17 Mar 2016 19:30
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.