Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
verkeersovertredingen van de eerste graad die de met de lichtste boetes wordt bestraft
Het bedrag van 55 EUR dat steevast wordt genoemd, doet vermoeden dat het over een eerstegraadsovertreding gaat, de groep van overtredingen die geen gevaar opleveren voor andere weggebruikers.
verkeersovertreding van de vierde graad die met de zwaarste boetes bestraft worden
" ‘Iemand uitdagen om te snel te rijden is een vierdegraadsovertreding, of een van de zwaarst mogelijke overtredingen in onze wegcode. Deze kan bestraft worden met een rijverbod’, zegt Kathleen Stinckens (foto hieronder) "(DS 180316)
- uit de toon vallen
- een uitzondering zijn
Ze wilde niet dat haar dochter afstak op school, daarom kocht ze haar een veel te dure boekentas die eigenlijk boven haar budget lag.
Dit is een samenvatting. Voor details, meer voorbeelden en de regio waar de verschillende betekenissen worden gebruikt zie bij de afzonderlijke lemma’s aftrekken.
1. een fles met kroonkurk openen, ontkurken, opendoen
Voorbeeld: We zullen eens een fles aftrekken op uwe verjaardag.
2. de vloer, met behulp van een aftrekker, droog maken.
Voorbeeld: Het is nog nat, ik moet nog aftrekken in de keuken.
3. bloed aftappen
Voorbeeld: Rol uw mouw eens op, ik ga bloed aftrekken.
4. met een (snelle) beweging eerst achterwaarts uithalen en dan voorwaarts iets lanceren, laten vertrekken
Voorbeeld: Ineens trok hij af en de steen vloog door de ruit.
5. verkleuren
Voorbeeld: Ge moet die zetels afdekken, want de stof trekt af.
6. plukken, afplukken, iets losmaken
Voorbeeld: Trek eens een appel af, ik denk dat ze rijp zijn.
7. (militair) terugtrekken
Voorbeeld: De vijand trok af na de nederlaag.
8. het wegebben van het zeewater
Voorbeeld: Als het water aftrekt blijven de bootjes op het zand achter.
9. bleek worden, uitputten, verzwakken, mager geworden zijn
Voorbeeld: Zijt ge ziek? Ge ziet er toch zo afgetrokken uit.
10. slopen, afbreken
Voorbeeld: Ze gaan de schuur aftrekken en een garage bouwen.
-
gaan als hulpwerkwoord bij gaan
zie gaan
gaat ’t gaan gaan? = gaat dat stilaan ophouden
Half zeven al? We gaan gaan eten. (Hier wordt niet bedoeld dat men uit eten gaat!)
Gisteren op tv gebruikte een man de driedubbele gaan, en het klonk geeneens verkeerd: We gaan hier eens gaan gaan eten. (Hier ging men wel in een restaurant eten)
We gaan ne keer gaan zien. (We stappen maar eens op.)
Gaat ’t gaan zo met die twee tassen in uw handen? (Zal het lukken…?)
Een vader zegde tegen zijn ruziënde jongens: “Gaat ’t gaan gaan?”
Gaat hij daarmee akkoord gaan, of gaat hij daarmee niet akkoord gaan?
Gaat het hier bijna gaan gedaan gaan zijn?!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.