Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Marcus

    pranil
    (de ~ (v.), ~len)

    praline

    ook in Vlaams Brabant, Hageland, Oost-Vlaanderen
    niet aan de kust

    Haspengouw: perlinne

    etymologie: zou genoemd zijn naar deFranse maarschalk Du Plessis-Praslin (1598-1675), die zijn kok maakte de voorlopers van pralines, een soort gesuikerde amandelen

    Moet ge een pranil hebben?

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door Marcus op 06 Mar 2016 01:55
    5 reactie(s)

    plekker
    (m.mv;-s)

    iemand die blijft plakken,niet naar huis gaat,blijft plakken aan de toog,bij de buren,met de klink van de deur in de hand het maar blijft uitleggen!
    zie ook plakplaaster, hangplaaster

    Nooit niet op tijd thuis, ge zijt nen echte plekker.
    Nooit op tijd thuis,je bent een echte plekker

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door Marcus op 06 Mar 2016 01:49
    1 reactie(s)

    plekker
    (m.mv;-s)

    iemand die blijft plakken,niet naar huis gaat,blijft plakken aan de toog,bij de buren,met de klink van de deur in de hand het maar blijft uitleggen!
    zie ook plakplaaster, hangplaaster]

    Nooit niet op tijd thuis, ge zijt nen echte plekker.
    Nooit op tijd thuis,je bent een echte plekker

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door Marcus op 06 Mar 2016 01:49
    1 reactie(s)

    plakplaaster
    (de ~ (v.), ~s)

    1. iemand die overal blijft plakken; zie ook plekker, hangplaaster
    2. smerigaard, knoeier (ploasteren is bepleisteren)
    3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten

    vgl plaasteren, beplaasteren, plaaster, plaasterkalk, plaasterkalkpap

    Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
    Antwerpen: plakplëster
    Antw. Kempen: plakpleuster
    Brugge: plakploaster

    WNT:
    - Oneigenlijk, gewestelijk (b.v. in Antwerpen) voor: een vuile, morsige persoon.
    Mie is ‘en plakplaaster, ze plakt daar ze staat van de vuiligheid, corn.-vervl. ’En plakplaaster van ’ne’ vent, Ald.
    - Figuurlijk. Iemand die overal blijft plakken, die niet van opstaan weet, plakker.
    Hij is bekend veur ’en plakplaaster, corn.-vervl. (1890)

    Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).

    Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 06 Mar 2016 01:48
    6 reactie(s)

    hangplaaster
    (de ~, ~ vrouw. zelfst. nw.)

    iemand die altijd blijft hangen en nooit op tijd weg geraakt

    zie ook plekker, plakplaaster

    Onze va was een echte hangplaaster, het duurde soms uren eer hij terug was van de winkel want hij bleef altijd overal plakken.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Marcus op 06 Mar 2016 01:47
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.