Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "plakplaaster." Bekijk alle definities.
1. iemand die overal blijft plakken; plakpleister
zie ook hangplaaster,
2. vuile persoon (die plakt van de viezigheid)
3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten
Antwerpen: plakplëster: klik op de luidspreker (of het puzzelstukje)
Antw. Kempen: plakpleuster
Brugge: plakploaster
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
- Oneigenlijk, gewestelijk (b.v. in Antwerpen) voor: een vuile, morsige persoon.
Mie is ‘en plakplaaster, ze plakt daar ze staat van de vuiligheid, (Cornelissen-Vervliet, 1899). ’En plakplaaster van ’ne’ vent, Ald.
- Figuurlijk. Iemand die overal blijft plakken, die niet van opstaan weet, plakker.
Hij is bekend veur ’en plakplaaster, ’Cornelissen-Vervliet)
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
plakplöster in het Antwerps
voor het Vlaams zou ik dan plakpleister zeggen
Ik ben tamelijk zeker dat Mechelen en Antwerpen identische vormen kennen (plakplëster). Alle dialectvormen gaan duidelijk terug op een aa (plaaster; plöster < plaaster zoals plöts < plaats)
Hoe komt het dat de AN-vorm (pleister) een ei heeft, overigens?
Zijt ge er wel zo zeker van dat plaaster en pleister dezelfde oorsprong hebben? Waarom pleister met ei? Daar zitten etymologen met een probleem dat ze niet kunnen verklaren.
Plaaster zou afgeleid zijn van Gr. emplassein dat bestrijken, kneden in iets zou betekenen. Daarin zit de s die we terugvinden in het ^ van plâtre (Fr.) waar ons plaaster van afgeleid is. Waar pleister vandaan komt, is niet te verklaren. Stof voor een thesis-onderdeel? De ë in de Nederlandse taal (beklemtoonde doffe e).
Pleister wordt in het Frans vertaald door pansement. Dat woord wordt in Gent en Kortrijk overgenomen als leenwoord. De tegenwoordige vervanger is plakker, sinds de (in Antw. volksetymologie)“spannendrap” alias sparadrap werd uitgevonden, of kleefpleister. Hansaplast. Bande adhésive.
IJ en EI blijft voor mij een uitdaging aan de VERWONDERING.
Net zoals de OU en AU (cfr. Jiet die Haspengauw schrijft)
Ik moet eigenlijk zeggen de ë in de Vlaamse taal (beklemtoonde doffe e) in plëts, lësteren, kësen, bëstel, rësen, bëze, stëze, sëze, mëze, grëzelementen, en mëzel.
WNT: plaaster vs pleister
Een eerst tegen 1600 in gebruik gekomen bijvorm van Plaaster (zie dat woord), waarvan niet vaststaat hoe de ei-klank verklaard moet worden. De reeds in ’t Mnl. voorkomende vorm plaaster beantwoordt aan ofr. plastre, fr. plâtre. Van een gewestelijken fr. vorm plaistre, die in het Oostfransch voorkomt, zou in onze taal pleister kunnen afstammen, indien aan te toonen was, dat deze vorm in de aangrenzende streken thuis behoort. In de Teuthon. vindt men plaister. kiliaen kent alleen plaester, maar geeft het ww. plijsteren, met kalk bestrijken, op als gewestelijk (Sicambrisch). Minder waarschijnlijk is, dat de vorm pleister naast plaaster is ontstaan in navolging van woorden als plein naast plaan, paleis naast mnl. palaes, enz.
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.