Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 22 keer aangepast.
1. iemand die overal blijft plakken; plakpleister
zie ook hangplaaster,
2. vuile persoon (die plakt van de viezigheid)
3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten
Antwerpen: plakplëster: klik op de luidspreker (of het puzzelstukje)
Antw. Kempen: plakpleuster
Brugge: plakploaster
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
- Oneigenlijk, gewestelijk (b.v. in Antwerpen) voor: een vuile, morsige persoon.
Mie is ‘en plakplaaster, ze plakt daar ze staat van de vuiligheid, (Cornelissen-Vervliet, 1899). ’En plakplaaster van ’ne’ vent, Ald.
- Figuurlijk. Iemand die overal blijft plakken, die niet van opstaan weet, plakker.
Hij is bekend veur ’en plakplaaster, ’Cornelissen-Vervliet)
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
1. iemand die overal blijft plakken; plakpleister
zie ook hangplaaster,
2. vuile persoon (die plakt van de viezigheid)
3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten
Antwerpen: plakplëster: klik op het luidsprekertje
Antw. Kempen: plakpleuster
Brugge: plakploaster
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
- Oneigenlijk, gewestelijk (b.v. in Antwerpen) voor: een vuile, morsige persoon.
Mie is ‘en plakplaaster, ze plakt daar ze staat van de vuiligheid, (Cornelissen-Vervliet, 1899). ’En plakplaaster van ’ne’ vent, Ald.
- Figuurlijk. Iemand die overal blijft plakken, die niet van opstaan weet, plakker.
Hij is bekend veur ’en plakplaaster, ’Cornelissen-Vervliet)
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
1. iemand die overal blijft plakken; zie ook hangplaaster,
2. vuile persoon (die plakt van de viezigheid)
3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten
Antwerpen: plakplëster: klik op het luidsprekertje
Antw. Kempen: plakpleuster
Brugge: plakploaster
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
- Oneigenlijk, gewestelijk (b.v. in Antwerpen) voor: een vuile, morsige persoon.
Mie is ‘en plakplaaster, ze plakt daar ze staat van de vuiligheid, (Cornelissen-Vervliet, 1899). ’En plakplaaster van ’ne’ vent, Ald.
- Figuurlijk. Iemand die overal blijft plakken, die niet van opstaan weet, plakker.
Hij is bekend veur ’en plakplaaster, ’Cornelissen-Vervliet)
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
1. iemand die overal blijft plakken; zie ook hangplaaster,
2. vuile persoon (die plakt van de viezigheid)
3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster: klik op het luidsprekertje
Antw. Kempen: plakpleuster
Brugge: plakploaster
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
- Oneigenlijk, gewestelijk (b.v. in Antwerpen) voor: een vuile, morsige persoon.
Mie is ‘en plakplaaster, ze plakt daar ze staat van de vuiligheid, (Cornelissen-Vervliet, 1899). ’En plakplaaster van ’ne’ vent, Ald.
- Figuurlijk. Iemand die overal blijft plakken, die niet van opstaan weet, plakker.
Hij is bekend veur ’en plakplaaster, ’Cornelissen-Vervliet)
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
1. iemand die overal blijft plakken; zie ook plekker, hangplaaster, plakker
2. vuile persoon (die plakt van de viezigheid)
3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster: klik op het luidsprekertje
Antw. Kempen: plakpleuster
Brugge: plakploaster
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
- Oneigenlijk, gewestelijk (b.v. in Antwerpen) voor: een vuile, morsige persoon.
Mie is ‘en plakplaaster, ze plakt daar ze staat van de vuiligheid, (Cornelissen-Vervliet, 1899). ’En plakplaaster van ’ne’ vent, Ald.
- Figuurlijk. Iemand die overal blijft plakken, die niet van opstaan weet, plakker.
Hij is bekend veur ’en plakplaaster, ’Cornelissen-Vervliet)
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
1. iemand die overal blijft plakken; zie ook plekker, hangplaaster, plakker
2. vuile persoon (die plakt van de viezigheid)
3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster: klik op het luidsprekertje
Antw. Kempen: plakpleuster
Brugge: plakploaster
WNT:
- Oneigenlijk, gewestelijk (b.v. in Antwerpen) voor: een vuile, morsige persoon.
Mie is ‘en plakplaaster, ze plakt daar ze staat van de vuiligheid, (Cornelissen-Vervliet, 1899). ’En plakplaaster van ’ne’ vent, Ald.
- Figuurlijk. Iemand die overal blijft plakken, die niet van opstaan weet, plakker.
Hij is bekend veur ’en plakplaaster, ’Cornelissen-Vervliet)
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
1. iemand die overal blijft plakken; zie ook plekker, hangplaaster, plakker
2. vuile persoon (die plakt van de viezigheid)
3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster
Antw. Kempen: plakpleuster
Brugge: plakploaster
WNT:
- Oneigenlijk, gewestelijk (b.v. in Antwerpen) voor: een vuile, morsige persoon.
Mie is ‘en plakplaaster, ze plakt daar ze staat van de vuiligheid, (Cornelissen-Vervliet, 1899). ’En plakplaaster van ’ne’ vent, Ald.
- Figuurlijk. Iemand die overal blijft plakken, die niet van opstaan weet, plakker.
Hij is bekend veur ’en plakplaaster, ’Cornelissen-Vervliet)
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
1. iemand die overal blijft plakken; zie ook plekker, hangplaaster
2. vuile persoon (die plakt van de viezigheid)
3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster
Antw. Kempen: plakpleuster
Brugge: plakploaster
WNT:
- Oneigenlijk, gewestelijk (b.v. in Antwerpen) voor: een vuile, morsige persoon.
Mie is ‘en plakplaaster, ze plakt daar ze staat van de vuiligheid, (Cornelissen-Vervliet, 1899). ’En plakplaaster van ’ne’ vent, Ald.
- Figuurlijk. Iemand die overal blijft plakken, die niet van opstaan weet, plakker.
Hij is bekend veur ’en plakplaaster, ’Cornelissen-Vervliet)
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
1. iemand die overal blijft plakken; zie ook plekker, hangplaaster
2. smerigaard, knoeier (ploasteren is bepleisteren)
3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster
Antw. Kempen: plakpleuster
Brugge: plakploaster
WNT:
- Oneigenlijk, gewestelijk (b.v. in Antwerpen) voor: een vuile, morsige persoon.
Mie is ‘en plakplaaster, ze plakt daar ze staat van de vuiligheid, corn.-vervl. ’En plakplaaster van ’ne’ vent, Ald.
- Figuurlijk. Iemand die overal blijft plakken, die niet van opstaan weet, plakker.
Hij is bekend veur ’en plakplaaster, corn.-vervl. (1890)
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
1. iemand die overal blijft plakken; zie ook plekker, hangplaaster
2. smerigaard, knoeier (ploasteren is bepleisteren)
3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten
vgl plaasteren, beplaasteren, plaaster, plaasterkalk, plaasterkalkpap
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster
Antw. Kempen: plakpleuster
Brugge: plakploaster
WNT:
- Oneigenlijk, gewestelijk (b.v. in Antwerpen) voor: een vuile, morsige persoon.
Mie is ‘en plakplaaster, ze plakt daar ze staat van de vuiligheid, corn.-vervl. ’En plakplaaster van ’ne’ vent, Ald.
- Figuurlijk. Iemand die overal blijft plakken, die niet van opstaan weet, plakker.
Hij is bekend veur ’en plakplaaster, corn.-vervl. (1890)
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
1. iemand die overal blijft plakken
2. smerigaard, knoeier (ploasteren is bepleisteren)
3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten
vgl plaasteren, beplaasteren, plaaster, plaasterkalk, plaasterkalkpap
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster
Antw. Kempen: plakpleuster
Brugge: plakploaster
WNT:
- Oneigenlijk, gewestelijk (b.v. in Antwerpen) voor: een vuile, morsige persoon.
Mie is ‘en plakplaaster, ze plakt daar ze staat van de vuiligheid, corn.-vervl. ’En plakplaaster van ’ne’ vent, Ald.
- Figuurlijk. Iemand die overal blijft plakken, die niet van opstaan weet, plakker.
Hij is bekend veur ’en plakplaaster, corn.-vervl. (1890)
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
1. iemand die overal blijft plakken
2. smerigaard, knoeier (ploasteren is bepleisteren)
3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster
Antw. Kempen: plakpleuster
Brugge: plakploaster
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
1. iemand die overal blijft plakken
2. smerigaard, knoeier (ploasteren is bepleisteren)
3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster
Antw. Kempen: plakpleuster
Brugge: plakploaster
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
1. iemand die overal blijft plakken
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster
Antw. Kempen: plakpleuster
2. smerigaard, knoeier (ploasteren is bepleisteren)
3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
iemand die overal blijft plakken
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster
Antw. Kempen: plakpleuster
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
iemand die overal blijft plakken
variant Mechelen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
iemand die overal blijft plakken
variant Mechelen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café.
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
iemand die overal blijft plakken
variant Mechelen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café.
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
iemand die overal blijft plakken
variant Mechelen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café.
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
iemand die overal blijft plakken
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café.
iemand die overal blijft plakken
die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café
iemand die overal blijft plakken
die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.