Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Gatlekker – slijmerd.
Den adjunct van de baas is een echte gatlikker.
Totetrekker – persoon die zijn huikje naar de wind hangt
politiekkers zijn meestal grote totetrekkers.
spoetteren = uiteen stuiven, wegvluchten.
Toen de kat op de koorde kwamen, spoetterden de muizen uiteen.
Toen de kat op de proppen kwam, stoven de muizen nogal uiteen
méirlaan = merel
de méirlaans zitten were in uus ne kriekeboom.
De merels zitten opnieuw in onze kersenboom
Zwijntje = gelukje op het juiste moment = ook piet hebben
Gisteravond bij het driebanden (biljard) hattier were un zwijntje.
Gisteravond bij het driebanden,stond het geluk weer geluk aan zijn zijde bij de beslissende stoot.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.