Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
euh, van dat ‘schoon’ … kunnen wij daar een bewijsje van krijgen? Een klein fotoke is goed ;)
MNW:
Modern lemma: sledde
znw. vr. Bijvorm van slede in zndl. tongvallen. Vgl. mnd. sledde; hd. schlitten; eng. sled; antw. slet (Idiot. 1119).
Antw. idioticon krijg ik niet gekopieerd, maar er staat: slet v. sletten, plus uitleg en voorbeelden.
Zelf heb ik het woord nooit gehoord.
WNT:
KOUT
Woordsoort: znw.(m.)
Modern lemma: kout
znw. m., Mnl. cout. Van denzelfden wortel als Kouten.
— Een koutje slaan, uitslaan, een praatje maken.
‘Nu loopt men nog dooreen en slaat een aangenamen kout met de vrienden,’ KNEPPELH. 1, 79 (1841).
‘Met wien hij soms, koel-vriendelijk en ”Maxiaansch” -knipoogend een koutje slaat,’ De West-Vlaming v. 16 Nov. 1929.
(volledige tekst: zie WNT)
WNT:
“Uit Luizen, eigenlijk luizen vangen, overdrachtelijk voor afhalen, plukken in ’t algemeen, en Af in den zin van ontleening. Hd. ablausen.
Alleen in de uitdrukking: Iemand zijn geld afluizen, het hem met slinksche streken en bij gedeelten afhandig maken, listig afhalen, als ’t ware van ’t lijf halen.
In het Zuiden in iets zwakker opvatting: afbedelen, afvleien."
© 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 1869.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.