Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
idem als Ned. pallet (laadbord), maar in Vlaanderen:
andere uitspraak: Vlaanderen pallet; Ned. pèllet
ander meervoud: Vl. palletten; Ned. pallets
ander genus
Van Dale 2018: pallet:
/p?l?t/ in NL; in BE ook /p?l?t/
zelfstandig naamwoord • de m • pallets, in BE ook palletten
< na 1950, Engels (palet, laadklep)
vroeger meestal stalen bord of plaat, thans (i.v.m. het gebruik van vorkheftrucks) dikwijls uit latten vervaardigd dubbel bord waarop goederen verplaatst en opgestapeld kunnen worden
= laadbord, laadplaat
zie ook Vlaamse uitspraak; Engelse leenwoorden met korte a
De syndicalisten stonden al de hele dag piket in de bijtende kou, met niks als een tonneke brandende palletten om zich op te warmen.
vastkokend (o.a. aardappelen)
Van Dale 2017 online: BE
Vrij kookvaste aardappelen van het merk Huismerk – Carrefour is beschikbaar voor de prijs van €3.49. (promobutler.be)
2 duimdikke plakken beenham. 1 paksoi. 6 kookvaste aardappelen (bv Nicola). 1 rode paprika. 1 handvol vooraf gekookte bloemkoolroosjes. (nieuwsblad.be)
Long grain of langgraan rijst is bijzonder kookvast. (bosto.be)
terrein waar zich een mijn bevindt/bevond
Van Dale 2016 online: BE
mijnmuseum.be: De mijnsite van Beringen omvat 100.000 m² aan bestaand gebouwenpatrimonium. Daarmee is het de grootste industriële erfgoedsite in Vlaanderen en uniek in Europa.
hbvl.be: Het winkelpark op de mijnsite van Beringen is omgedoopt tot be-MINE Boulevard.
paysdeherve.be: De mijnsite van Plombières is vandaag een natuurreservaat. Het gebied wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van graslanden op zinkhoudende bodem.
notenbolster, de groene bast van een noot, pel van een (okker)noot.
synoniem: slosse
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Sloestere, sloester, sloesteren, sloesteringhe: Bolster van een noot. Bast, dop, schil, vooral bolster van eene noot. In Zuid-Nederland
< Middelnederlands sloestere. Het woord is wellicht één in oorsprong met Nederlands snuisterij. Kiliaan en Plantijn geven naast “sloester” ook een vorm “snoester”.
- “Ghelijckmen die bitter sloesteren Met suyker confeyt”, Houwaert, Lusthof (1582)
Opengesprongen sloester van een walnoot
BEVEREN. Het nieuwe groot complex aan het OCMW zal drie namen krijgen. De Notelaar blijft voor het rusthuis maar er komen voor andere afdelingen dan nog twee namen bij: Notelarenhof en Sloester. Er werd dan nog eens gezocht in het dialect welke woorden er bestonden rond ‘notelaar en even kwamen ook de ’klippel’ en ‘klippelaar’ in beeld, woorden die gezegd worden bij het uit de boom slaan van noten. Maar deze woorden werden wat te agressief gevonden. En zo kwam het OCMW-bestuur bij ‘sloester’ terecht gekomen en werd dan toch de knoop doorgehakt en het werd ‘De Sloester’, een Bevers-Melseels dialectwoord voor bolster. (Waaskrant.be)
Ache die nooten u:t ulder sloesters düt, si doaër krijchde vu:l â:nde va zi.’ (Als ge die noten uit hun bolsters doet, zie daar krijgt ge vuil handen van, zie)
uit het nat, op een droge plek
Van Dale 2013 online: (gewestelijk) zie droge
WNT:
De vorm van het onz. enkelv. het droge in zelfstandig gebruik. Ter wille van de overzichtelijkheid is hier tevens behandeld het znw. het droog, dat in de oudere taal en nog in Z.-Ndl. in gelijken zin wordt gebruikt.
5-jarige Kevin komt uit het bad, stapte op een natte handdoek om uit te lekken en moeder zei: ‘Kom nu op het droog staan, dan kan ik u beter afdrogen’.
Zij ging in het droog staan, dan werd ze niet nat van de gietende regen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.