Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
woedend, uitzinnig, razend
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Van furieus met -(e)lijk. Niet in Middelnederlands woordenboek.
In alle betekenissen sinds lang verouderd.
1. Razend, woedend, uitzinnig; vol woede; op woedende, uitzinnige wijze; ook: op zeer wreede wijze.
2. Zeer krachtig, zeer heftig; op zeer krachtige, heftige wijze; met groote kracht, verwoed.
> gevechtshandelingen, en dan verbonden met ww. als aanvallen, schieten, vechten e.d.
> de beweging, de kracht van den wind, het water e.d.
niet in Van Dale
De burgerij wel wetende dat de heren van de wet vergaderd waren, zo zijn ze bijeen verzameld en furieuselijk naar het stadhuis gelopen waar zij met geweld de schepenkamer openbraken welke in die tijd op de eerste verdieping was van de hallentoren. (Ieper, Westhoek.net)
Oostende 1706: de belegerde geallieerden zijn zeer furieuselijk bij nachte en bij dage gebombardeerd geweest. (28 febr. 1985 – De Plate)
woedend, uitzinnig, razend
niet in Van Dale
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Van furieus met -(e)lijk. Niet in Middelnederlands woordenboek.
In alle betekenissen sinds lang verouderd.
1. Razend, woedend, uitzinnig; vol woede; op woedende, uitzinnige wijze; ook: op zeer wreede wijze.
2. Zeer krachtig, zeer heftig; op zeer krachtige, heftige wijze; met groote kracht, verwoed.
> gevechtshandelingen, en dan verbonden met ww. als aanvallen, schieten, vechten e.d.
> de beweging, de kracht van den wind, het water e.d.
De burgerij wel wetende dat de heren van de wet vergaderd waren, zo zijn ze bijeen verzameld en furieuselijk naar het stadhuis gelopen waar zij met geweld de schepenkamer openbraken welke in die tijd op de eerste verdieping was van de hallentoren. (Ieper, Westhoek.net)
Oostende 1706: de belegerde geallieerden zijn zeer furieuselijk bij nachte en bij dage gebombardeerd geweest. (28 febr. 1985 – De Plate)
zwilgske = slokje
zwillegen = slokjes nemen
zie ook: zwelgstje
Mijn vader en grootvader (geboren 1888) gebruikten dit en waren afkomstig van St-Amands (Oost Vlaanderen).
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Zwilgen: Middelnederlands swelgen:
De vorm zwilgen is nog gewestelijk in gebruik in het Land van Waas en in Belgisch-Brabant (Joos (1900-1904) en Pauwels, Aarschot (1958)). In semantisch opzicht is het woord deels synoniem met het neutralere slikken en met pejoratieve woorden als brassen, schrokken, slokken, slempen, zuipen.
Je zal wel dorst hebben, pak maar een “zwilgske” water.
slap, week, zacht (aanvoelend)
Woordenboek der Nederlandsche Taal: kwak: bnw.
?Verwant met Kwakken. Week, flauw, en derg.; ook: zwak, slap enz. Thans in sommige streken van Zuid-Nederland gebruikelijk.
“Die musschen zijn nog kwak” (van jonge vogels gezegd), Schuermans (Limburg, 1865-1870).
zie ook kwacht
Kwag joeng (nestvogels, bv. van merel – vgl. vlug).
Ne bloën (blaan) mèt kwag joeng.
een goede slag binnengehalen, een goede zaak doen, een koopje doen, een voordeel binnenhalen
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Het verkrijgen, bepaaldelijk van voordeel. In dezen zin veroud.: voordeelige koop, voordeeltje.
Gij hèt ‘ne’ goeien trek gedaan aan die kleerkas
In de kringwinkel kunt ge soms wel ne goeien trek doen. Ik heb er 2 nief lampadaires en een nieuwe 3-zit gekocht, voor weinig. De prijskaartjes van de Habitatwinkel hingen er nog aan. Het verschil in prijs was enorm.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.