Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    tots
    (de ~ (m.), ~en)

    - tol, draaitol, top
    - pindop, dop

    Als den tots bijna was uitgedraaid, dan zei mijn grootmoeder altijd: ‘Zie dien tots draaien, dien draait zo zot als een achterdeur (achterdeur, zo zot als een ~).’ En dan lachte ze…

    > andere betekenissen van tots

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 09 Apr 2019 19:10
    0 reactie(s)

    tots
    (zn. m. -en)

    verhevenheid, bult, buil
    dim. totske

    " Als hij stampt of duwt, geeft dat zo’ne tots op mijn buik. Soms staat mijn buik plots ook superscheef omdat z’n perzikpoepje er dan zo uitsteekt, …" (9maand.be)

    “De geboorte van een ‘sterrenkijkertje’ is steeds een moeilijke, pijnlijke en heel zware bevalling waarbij men een zuignap zal moeten gebruiken om de kleine tijdens het persen trachten te keren, waarbij de baby er een tots op het hoofdje aan overhoudt.” (blog senorennet.be)

    “Ik weet wel als het een grasweide is en het is goed gefreesd, dan moeten we al geen bang hebben dat er totsen en echt putten in komen liggen.” (time4x.be)

    “Dit bleek dan een bavarois te zijn van bosvruchten, geserveerd met een tots crème fraîche. Lekker, dat wel.” (nl.yelp.be)

    > andere betekenissen van tots

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 09 Apr 2019 18:53
    0 reactie(s)

    tots
    (de ~, ~ en man. zelfst. nw.)

    benaming voor verschillende groentesoorten: maïskolf, krop witloof

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    Woord van onbekende herkomst met klankexpressieve waarde. Het verband gelegd met toorts, stuit niet op semantische, wel op phonetische bezwaren, daar in het antwerps r voor dentalen occlusief niet verdwijnt. (zie toorts: schuermans (1865-1870)
    1. (Z.-O.-Vl.) In elkaar gedraaide, verwarde massa, dot.
    2. (Z.-O.-Vl.) Met betr. tot de bloeiwijze van een plant: groepje bloemen die dicht op elkaar staan; toef.
    3. (Brab. en Antw.) Wsch. in aansl. bij de betekenis 2): naam voor versch. soorten van planten: o.a. toorts

    Bij wijze van voorgerecht snij ik altijd een tots witloof in stukskes en daar doe ik dan wat steeksla bij ofzo.

    Die maïs heeft grote totsen, ik geloof dat ze die soort “paardentand” noemen.

    > andere betekenissen van tots

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 09 Apr 2019 18:45
    1 reactie(s)

    tots
    (zn. m. -en)

    verhevenheid, bult, toef, buil
    dim. totske

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    znw. m. en vr., mv. -en. Woord van onbekende herkomst met klankexpressieve waarde. Het verband gelegd met toorts, stuit niet op semantische, wel op phonetische bezwaren, daar in het antw. r voor dentalen occlusief niet verdwijnt. (zie toorts: schuerm. (1865-1870)
    1. (Z.-O.-Vl.) In elkaar gedraaide, verwarde massa, dot.
    2. (Z.-O.-Vl.) Met betr. tot de bloeiwijze van een plant: groepje bloemen die dicht op elkaar staan; toef.
    3. (Brab. en Antw.) Wsch. in aansl. bij de betekenis 2): naam voor versch. soorten van planten: o.a. toorts

    " Als hij stampt of duwt, geeft dat zo’ne tots op mijn buik. Soms staat mijn buik plots ook superscheef omdat z’n perzikpoepje er dan zo uitsteekt, …" (9maand.be)

    “De geboorte van een ‘sterrenkijkertje’ is steeds een moeilijke, pijnlijke en heel zware bevalling waarbij men een zuignap zal moeten gebruiken om de kleine tijdens het persen trachten te keren, waarbij de baby er een tots op het hoofdje aan overhoudt.” (blog senorennet.be)

    “Ik weet wel als het een grasweide is en het is goed gefreesd, dan moeten we al geen bang hebben dat er totsen en echt putten in komen liggen.” (time4x.be)

    “Dit bleek dan een bavarois te zijn van bosvruchten, geserveerd met een tots crème fraîche. Lekker, dat wel.” (nl.yelp.be)

    > andere betekenissen van tots

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 09 Apr 2019 18:45
    0 reactie(s)

    tots
    (de ~ (m.), ~en)

    - tol, draaitol, top
    - pindop, dop

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    oorsprong: Mnl. taetse, ofr. dial. tache, waarvan men den oorsprong in het Germ. zoekt.
    - Spijker met een grooten kop.
    - Metalen punt, aan verschillende voorwerpen aangebracht; in ’t bijzonder een stalen tap waarop een verticale as in een holte (taatspot) draait.
    Taatstol: ”De met een of meer taatsen versierde top heet taatstol” (de cock en teirl., Kindersp. 5, 144 (1905))
    Taatstop: hetzelfde als Taatstol (de bo (1873): ”ta(a)tsetop, tetsetop”)
    Taats

    Als den tots bijna was uitgedraaid, dan zei mijn grootmoeder altijd: ‘Zie dien tots draaien, dien draait zo zot als een achterdeur (achterdeur, zo zot als een ~).’ En dan lachte ze…

    > andere betekenissen van tots

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 09 Apr 2019 18:44
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.