Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iemand die blijft plakken, niet naar huis gaat, blijft plakken aan de toog, bij de buren, met de klink van de deur in de hand het maar blijft uitleggen!
zie ook plakplaaster, hangplaaster, plakken, plekken, pekken, pek aan zijn gat hebben, vastpekken
Nooit niet op tijd thuis, ge zijt nen echte plekker.
(Nooit op tijd thuis, je bent een echte plekker.)
> andere betekenis van plekker
verdorie, verdomd, verdikke
Van Dale (1995): (gewestelijk): basterdvloek
verdekke als bw. van graad (erg, verdomd) zoals in ‘Het is verdekke koud buiten’ zou SN zijn.
zie ook tedekke; godverdekke
Verdekke, waar blijft onze Joris toch? Die is al een uur naar de bakker voor een brood.
Dat is altijd hetzelfde met u als gij eens moet afwassen, verdekke toch.
(ook just)
nipt
ook: juist, correct, zie juistekes
Louis is door zijn herexaam, al was het maar justekes.
Ik kan er justekes door, op mijne smalste kant.
diminutief van juist
ook justekes
Hij was nog juistekes op tijd voor zijn bus.
Ik kom justekes maar efkes goeiendag zeggen.
Dat is heel justekes ’tgeen ge me daar komt te vertellen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.