Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
typisch herfstweer, regen afgewisseld met hevige windstoten
zie ook bamis
“baamisweer” in regio Oostvlaanderen.
Het regent en het waait, ’t is echt bameswere.
Bamis was ook het tijdstip waarop de boeren hun jaarlijkse “pacht” dienden te betalen aan de verhuurder van de hoeve of de landerijen die men aan derden huurde.
Met bamis dienen we de baamispacht te betalen.
najaar
uitspraak: boamestaat
zie ook bamis
In de boamestaat worden de gewassen binnen gehaald.
herfsttijd
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bamis
in ouderen vorm bamisse, baafmisse —, znw. vr., gebruikelijk als tijdsbepaling. De vorm bamis is ontstaan uit baafmis, dat is de mis van Sint Bavo, wiens feestdag valt op 1 October. In Zuid-Nederland nog zeer gebruikelijk, ook wel in den ruimeren zin van: herfsttijd.
“Te Baafmisse (d. i. in den herfsttijd) vallen de blâren van de boomen” De Bo (1873)
ook bamistijd
Met baamis is het al vroeg donker.
herfsttijd
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bamis
in ouderen vorm bamisse, baafmisse —, znw. vr., gebruikelijk als tijdsbepaling. De vorm bamis is ontstaan uit baafmis, dat is de mis van Sint Bavo, wiens feestdag valt op 1 October. In Zuid-Nederland nog zeer gebruikelijk, ook wel in den ruimeren zin van: herfsttijd.
“Te Baafmisse (d. i. in den herfsttijd) vallen de blâren van de boomen” De Bo (1873)
ook bamistijd
Met baamis is het al vroeg donker.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.