Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
weide voor ossen, zie ook ossebeik
“De ossen blijven ’s zomers dag en nacht in de bilken”, De Bo (1873)
Zie die ouwen! Hij is juist nog goed voor de ossenbilk.
> andere betekenis van ossenbilk
Ossenbilk of ossenbeik. Wordt smalend gebruikt voor mannen die niet meer sexueel actief zijn. Ossen zijn nu eenmaal gecastreerde stieren.
Hij zit in den ossenbilk, ossenbeik. Een man die niet meer in staat is tot sexuele activiteit, wegens ouderdom, ziekte, operatie of iets dergelijks.
> andere betekenis van ossenbilk
Apium graveolens ‘Early Dell’: De gewone groene snijselderij, perfect om vroeg te zaaien. Groeit mooi compact en zorgeloos uit met groene stengels en diepgroene bladeren. Ideaal om regelmatig te snijden voor een lange oogst. Te gebruiken als smaakmaker in soepen en sausen. (denieuwetuin.be)
NL: bladselderie
Van Dale 2017 online: BE
zie ook selder, knolselder,bleekselder, witte selder; verzamellemma groenten en fruit
50 are bladselder. 45 are busselwortelen. 30 are knolvenkel. Met de hernemingen is er dus een totaal teeltareaal van 515 are (vlaanderen.be)
variant van schorseneren
uitspraak in Antwerpen: schërsenelen
zie ook verzamellemma groenten en fruit
Ik hou wel van schorsenelen maar ik krijg er zo’n winderig gevoel van.
“Schörsenelen zaaien. Gestoofde schörsenelen.” (Cornelissen-Vervliet 1899-1903, Antwerps Idioticon)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.