Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
tuin
Middelnederlands Woordenboek, hof: Omheining, omheinde ruimte, plaats; synoniem van middelnederlands tuun
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Hof: Omsloten stuk grond, met bloemen, boomen en andere gewassen beplant.
- in geheel Vlaamsch Belgiƫ het gewone woord voor tuin
- in Holland, een dichterlijk of een deftig woord (vgl. gaarde)
Klik op de afbeelding
Hof van het Rubenshuis in Antwerpen
Mijnen hof ziet er al heel wat beter uit, nadat ik het gras heb afgereden.
> andere betekenis van hof
hoofdvlees
< ontronde variant van zult (gepekeld of ingezouten voedsel)
overzicht bij kop
bij de beenhouwer:
“Geef mij maar een potje zilte of ook ‘hoofdflakke’”
> andere betekenis van zilte
aanslag op een muur door vocht
De verf van de keldermuur valt er af door de zilte.
> andere betekenis van zilte
het gebabbel, gepraat
ook koutenance, koetnanche, koetenanse (en vroeger coutenantie)
Woordenboek der Nederlandsche Taal: < Middelnederlands couten; Oudfries kaltia. Gevormd van den wortel van Kallen.
Koutenance, koutenantie, gezellig praatje, conversatie.
“Ze zat te horken naar vader die, rond den heerd, in koutenancie lag met den eenen of den anderen gebuur, die ne keer was komen ontsteken” Callebert bij De Bo (1869).
Waar mensen samen komen, kan er heel wat coutenansie zijn.
“… dach overghebrocht hebbende met Godts loven, ende heylighe coutenantie, als het begost doncker te worden, hebben samen met elcanderen gheten.”
(Hendrick vanden Zype, Abt van S. Andries neffens Brugghe, Den regel van S. Benedictus- 1625)
het gebabbel, gepraat
ook koutenance, koetnanche, koetenanse (en vroeger coutenantie)
Woordenboek der Nederlandsche Taal: < Middelnederlands couten; Oudfries kaltia. Gevormd van den wortel van Kallen
Koutenance, koutenantie, gezellig praatje, conversatie.
“Ze zat te horken naar vader die, rond den heerd, in koutenancie lag met den eenen of den anderen gebuur, die ne keer was komen ontsteken” Callebert bij De Bo (1869).
Waar mensen samen komen, kan er heel wat coutenansie zijn.
“… dach overghebrocht hebbende met Godts loven, ende heylighe coutenantie, als het begost doncker te worden, hebben samen met elcanderen gheten.”
(Hendrick vanden Zype, Abt van S. Andries neffens Brugghe, Den regel van S. Benedictus- 1625)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.