Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    dokteres
    (de ~ (v.), ~sen)

    vrouwelijke arts

    Van Dale 2016 online: BE, spreektaal

    Emoji u1f469 200d 2695

    zie ook verzamellemma geneeskunde

    Bij mijn dokteres kan ik nu niet terecht want ze heeft de Mexicaanse griep.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 04 Jul 2020 17:20
    1 reactie(s)

    haagdokter
    (de ~ (m.), ~s)

    kwakzalver, knoeidokter, prutsdoktoor
    vrouwelijk: haagdokteres

    Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij haag:haagdokter, gewoner nog hagemeester (zie De Bo (1892)): iemand die, zonder diploma, in ’t verborgen het ambt van geneesheer uitoefent.

    De Bo: Hagemeester, hagedokteur m. Iemand die, zonder diploma, in ’t verborgen het ambt van geneesheer uitoefent.

    Man, toch, ik had 2 serieuze haagdokteressen van de huisarstenwachtpost. Die waren beter verpleegkundige geworden ipv dokter.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 04 Jul 2020 17:17
    2 reactie(s)

    haagdokter
    (de ~ (m.), ~s)

    kwakzalver, knoeidokter, prutsdoktoor
    vr. haagdokteres

    Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij haag:haagdokter, gewoner nog hagemeester (zie De Bo (1892)): iemand die, zonder diploma, in ’t verborgen het ambt van geneesheer uitoefent.

    De Bo: Hagemeester, hagedokteur m. Iemand die, zonder diploma, in ’t verborgen het ambt van geneesheer uitoefent.

    Man, toch, ik had 2 serieuze haagdokteressen van de huisarstenwachtpost. Die waren beter verpleegkundige geworden ipv dokter.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 04 Jul 2020 17:16
    2 reactie(s)

    haagdokter
    (de ~ (m.), ~s)

    kwakzalver, knoeidokter, prutsdoktoor
    vr. haagdokteres

    WNT, bij haag:haagdokter, gewoner nog hagemeester (zie De Bo (1892)): iemand die, zonder diploma, in ’t verborgen het ambt van geneesheer uitoefent.

    De Bo: Hagemeester, hagedokteur m. Iemand die, zonder diploma, in ’t verborgen het ambt van geneesheer uitoefent.

    Man, toch, ik had 2 serieuze haagdokteressen van de huisarstenwachtpost. Die waren beter verpleegkundige geworden ipv dokter.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 04 Jul 2020 17:15
    2 reactie(s)

    haagdokter
    (de ~ (m.), ~s)

    kwakzalver, knoeidokter, prutsdoktoor
    vr. haagdokteres

    WNT, bij haag:haagdokter, gewoner nog hagemeester (zie De Bo (1892)): iemand die, zonder diploma, in ’t verborgen het ambt van geneesheer uitoefent.

    Man, toch, ik had 2 serieuze haagdokteressen van de huisarstenwachtpost. Die waren beter verpleegkundige geworden ipv dokter.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 04 Jul 2020 17:13
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.