Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    boerke(n)
    (het ~, ~ s)

    Een iets minder hoog maar breder pilsglas zonder ribben.

    in West-Vlaanderen: boertje

    Mijn grootvader dronk graag zijne Stella uit een boerken.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 01 Oct 2012 14:00
    0 reactie(s)

    touteren
    (aftouteren)

    Je tot voorbij het uiterste inspannen.

    In welke Vlaamse regio wordt het woord gebruikt?
    West-Vl., Vlaamse kust?

    In West-Zeeuwsvlaanderen betekent “aftouteren” je tot voorbij het uiterste fysiek inspannen. De wasvrouw stond zich af te touteren boven de tobbe.
    De knecht touterde zich af bij het dorsen met de vlegel.

    Regio onbekend
    Bewerking door de Bon op 01 Oct 2012 13:18
    0 reactie(s)

    stijven burger, ne ~
    (uitdrukking)

    iemand die financieel goed voorzien is

    Ik weet niet of hij de lotto gewonnen heeft of zo, maar ’t is alleszins ne stijven burger.

    Regio Waasland
    Bewerking door de Bon op 01 Oct 2012 12:35
    1 reactie(s)

    marcelleke
    (het ~, ~s)

    ook marcelleken

    < Fr. le marcel. Volgens de legende zou het marcelleke zijn naam te danken hebben aan de bokser Marcel Cerdan. Meer waarschijnlijk is de naam ontstaan in de 19de eeuw wanneer de “Etablissements Marcel” het kledingstuk in serie fabriceerden.

    Mouwloos, aan de hals uitgesneden, aansluitend hemd. Wordt gedragen als onderlijfke of als T-shirt.

    In NL: singlet
    In Be: lijfje, onderlijfke

    Onder mijne pull heb ik altijd een marcelleke aan.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 30 Sep 2012 18:16
    13 reactie(s)

    blaker
    (zn. m. -s)

    Buikglas van een olielamp, maar bij uitbreiding alle glas rond een lichtbron. Vandaar ook ‘zwartblakeren’, roetaanslag op het glas.

    Wast gij den blaker af terwijl ge toch op de leer staat.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 30 Sep 2012 13:53
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.