Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    liggen, iemand ~ hebben
    (uitdr.)

    iemand beetnemen, iemand een loer draaien, iemand op het verkeerde been zetten, iemand iets al dan niet gewild aandoen

    zie ook zitten, iemand ~ hebben

    Van Dale 1995: gew.
    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    Hij heeft mij goed liggen. Ik moest hem komen afhalen van ’t school en toen ik daar aankwam was em al met de bus door.

    Nu heb ik u liggen, he. Ge dacht echt dat ik kwaad was? ’t Was maar om te lachen zenne.

    Nu hebben ze me goed liggen: een longontsteking met complicaties. Drie weken ziekenhuis, om te beginnen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 08 May 2020 19:39
    0 reactie(s)

    kuikenfors
    (de ~ (v.), geen mv.)

    de kracht van een kuiken, geringe kracht

    z. muggefors

    Met alle kuikenfors (dialect: keikefors) die ik in mij had, probeerde ik den deksel van de geleipot open te draaien.

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 08 May 2020 17:33
    0 reactie(s)

    gesmachien
    (znw. het ~, ~n)

    grasmachien, grasmaaier

    ook in de Kempen

    uitspraak met zware e

    zie ook ges: niet overal gebruikt, wel de dominante vorm

    Onze buurman heeft een nieuw gesmachine om zijn pelouze (gazon) af te rijden.

    Provincie Oost-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 07 May 2020 00:42
    3 reactie(s)

    ges
    (het ~, geen mv.)

    gras

    ook gers

    niet overal gebruikt, maar wel de dominante vorm

    uitspraak met zware e

    Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij gras:
    — daarnevens dialectisch ook GARS, GERS (in de uitspraak GES), GEERS en GRES; middelnederlands gars, gers, gaers, gors, gras.

    +000001 Image Hohes Gras

    Out u an ’t ges zeggen ze: geef de moed niet op.

    We hebben voor de laatste keer dees jaar het ges afgedaan, met het gesmachien.

    > andere betekenis van ges

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 07 May 2020 00:39
    6 reactie(s)

    stek
    (de ~ (m.), ~ken)

    1) stok, stokje, zie ook stekske, stekhout, sjtekske
    2) been
    3) mager persoon

    Van Dale 2014 online: gewestelijk

    WNT: In de oorspronkelijke, reeds in het Middelnederlands bekende en nog thans in Zuid-Nederlands gewone betekenis: Stok of stokje. In zeer verschillende opvattingen: dun stokje, staak, stekkebenen, zeer mager mensch …

    - in zegswijzen: stek, van zijne ~ vallen, van zijne stek zijn, van zijne stek geraken, van zijn stekken zijn

    1) De hond speelt met ne stek.
    Ze raapt wat stekken uit de doos om de stoof aan te maken.
    Dat stekhout moet eerst drogen voor het in de stoof kan.

    2) Zij is een grote en heeft lange stekken.
    Hij dansten op zijn stekkebeenen, Corn.-Vervliet (1899).

    3) Amai, dat is ne magere stek. Die komt percies van Biafra (biafra, van ~ komen).

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 May 2020 01:37
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.