Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
in Ned. creditcard
Er stond niets meer op mijn kredietkaart, gelukkig had ik wat cash op zak.
“Ze vond dat een kredietkaart voor haar zus veel te gevaarlijk zou zijn. (standaardtaal in België)” Taaladvies.net
afzuigkast
Zet de dampkap af als ge uw biefstuk flambeert.
“Een dampkap met luchtafvoer werkt pas efficiënt als de afvoerbuis vakkundig is geïnstalleerd. (standaardtaal in België)” Taaladvies.net
het uiterlijk is niet voldoende
‘Van een schoon tafel kunt ge niet eten’: dat is waar, maar allez, storend is het ook niet.
hoezo, Limburg: wiezo, Maasland: wiezoea.
Hoedat, niet just? Het staat toch in de gazet!
De Paul komt niet vandenavond? Hoedat? En verwa niet?
gek, zot, debiel zijn, doordraaien
< vroeger in Antwerpen: vliegen vangen: “Hij vangt vliegen”.
WNT: vangen, in de verbinding: vliegen vangen
In aansluiting bij het voorafgaande is wsch. te verklaren ‘vangen’ in de betekenis ”getikt zijn, niet goed wijs zijn” (waarbij men met de hand een vangende beweging ter hoogte van het voorhoofd maakt) in Z.-Nederl. ( …)
De haard van deze zndl. uitdr. schijnt Antwerpen te zijn, waar ze reeds in het begin van deze eeuw algemeen gebruikelijk schijnt te zijn geweest; ze is tijdens en na den wereldoorlog 1940-’45 erg in de mode gekomen, doch thans nog niet overal in Z.-Nederl. doorgedrongen.
“B.: Haha ik heb den dikken B. te pakken. K.: Gij vangt zeker, die zit nog bij P. H. in Antwerpen”, ’t Pallieterke 25 Nov. 1948.
Wat heeft hij je nu weer wijsgemaakt?
Hij vangt.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.