Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
als men een schatting maakt: hooguit
Het duurde hoop en al tien minuten voor de pompiers ter plaatse waren.
Ik ken de Paul zijnen ouwerdom niet, maar dat zal hoop en al 50 jaar zijn.
Op de mosselsouper was er hoop en al twintig man.
zijn leven in armoede eindigen, alles verliezen wat men ooit bezat
Als het zo verder gaat met die gokverslaving zal de Paul nog op stroot sterven.
o.a. bij Streuvels gelezen werkwoordsvorm van “maken”
ik, hij, zij miek – gij miekt
wij, gelle, zij mieken;
v.d.: gemaakt
Het miek haar misnoegd, zij was nijdig en kwaad op het kind. (Stijn Streuvels: Het Kerstekind)
o.a. bij Streuvels gelezen werkwoordsvorm van “maken”
ik, hij, zij miek – gij miekt
wij, gelle, zij mieken;
v.d.: gemaakt
Het miek haar misnoegd, zij was nijdig en kwaad op het kind. (Stijn Streuvels: Het Kerstekind)
Een klets, een mot om de oren, zoals men die aan kinderen zou geven of net iets harder.
Antw. Kempen: een lababbel
Vgl. Grote Van Dale 2005: oplababbel = oplawaai
WNT: hababbel
znw. (m.?), mv. -s.
Ernstige berisping; ‘uitbrander’.
“Indien gij nog eens dus spreekt, zal uw hoogmoed zig wel anders stooten aan een ouderwetze hababbel” Wolff en Deken, Wildsch.(1793).
© 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 1897.
Hou op met zagen of ge krijgt een ababbel.
Sebiet een ababbel hè.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.