Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    hoop en al

    als men een schatting maakt: hooguit

    Het duurde hoop en al tien minuten voor de pompiers ter plaatse waren.
    Ik ken de Paul zijnen ouwerdom niet, maar dat zal hoop en al 50 jaar zijn.
    Op de mosselsouper was er hoop en al twintig man.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 14 Feb 2012 13:24
    1 reactie(s)

    stro, op ~ sterven
    (uitdr.)

    zijn leven in armoede eindigen, alles verliezen wat men ooit bezat

    Als het zo verder gaat met die gokverslaving zal de Paul nog op stroot sterven.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 14 Feb 2012 12:50
    0 reactie(s)

    miek
    (o.v.t. van maken)

    o.a. bij Streuvels gelezen werkwoordsvorm van “maken”

    ik, hij, zij miek – gij miekt
    wij, gelle, zij mieken;
    v.d.: gemaakt

    Het miek haar misnoegd, zij was nijdig en kwaad op het kind. (Stijn Streuvels: Het Kerstekind)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 12 Feb 2012 15:51
    10 reactie(s)

    miek
    (o.v.t. van maken)

    o.a. bij Streuvels gelezen werkwoordsvorm van “maken”

    ik, hij, zij miek – gij miekt
    wij, gelle, zij mieken;
    v.d.: gemaakt

    Het miek haar misnoegd, zij was nijdig en kwaad op het kind. (Stijn Streuvels: Het Kerstekind)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 12 Feb 2012 15:50
    10 reactie(s)

    ababbel
    (de ~ (v./m.), ~s)

    Een klets, een mot om de oren, zoals men die aan kinderen zou geven of net iets harder.

    Antw. Kempen: een lababbel

    zie ook: safflet en akketaat

    Vgl. Grote Van Dale 2005: oplababbel = oplawaai

    WNT: hababbel
    znw. (m.?), mv. -s.
    Ernstige berisping; ‘uitbrander’.

    “Indien gij nog eens dus spreekt, zal uw hoogmoed zig wel anders stooten aan een ouderwetze hababbel” Wolff en Deken, Wildsch.(1793).

    © 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 1897.

    Hou op met zagen of ge krijgt een ababbel.
    Sebiet een ababbel hè.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 12 Feb 2012 15:43
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.