Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
aanhangwagen die met het voorste gedeelte op een camion rust
Van Dale:(algemeen Belgisch-Nederlands) oplegger
Paul is tegen een geparkeerde opligger gereden en is licht gekwetst.
uitnodigen, nodigen, inviteren
lokale uitspr.: “neië” (met uitstoting van d tussen twee klinkers), vgl. ook nuën
Ich bèn nie geneid op h’nen trouw, zooë ze nog altijd lêstig zin op mich? (Ik ben niet uitgenodigd op hun bruiloft, zouden zij nog altijd kwaad zijn op mij?)
Ne geneide maog nen ongeneide mètbrènge! (vaak scherts., een genodigde mag een ongenodigde meebrengen)
rokkostuum, pinguïnkostuum, kostuumvest met uitlopende punten, zie ook pitteleer, billekletser
Voor de Karel zijn trouw moesten we allemaal in pitteleir komen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.