Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
ampulleke
In Antwerpen een ampoelleke
Een lampje
Mijn zaklamp werkt niet meer er zit net een nieuwe batterij in dus het lampje zal stuk zijn.
Mijn pillamp macheerd ni meer en der zit just een nief pil in dus t’ampoelleke zal kapot zijn.
(wielerterm) tot het uiterste, geven wat men kan, à fond
< Fr. à bloc < Fr. bloc < Middelnederlands bloc, in de betekenis ‘omgehakte boomstam’
De coureur reed al een hele tijd à bloc.
Hij zat à bloc en moest even recupereren.
Diestenaar
Met mosterdpot bedoelen we de piepkleine top (hok?) van de kerktoren, het hoogste punt van een kerk
Zoals een maneblusser een Mechelaar is en een Brusselaar een kiekefretter, zo is een Diestenaar een mosterdpotschijter.
Bijnaam voor de gevangenis in de Antwerpse Bordeauxstraat
gevang
Daterend van de Spaanse bezetting (? bevestiging gewenst)
De polies is hem komen halen en z’emmen em in den amigo gestoken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.