Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    goensdig
    (de ~ (m.), -e)

    woensdag

    Voor de goede orde: de andere dagen van de week zijn “moendig, diënsdig, donnerdig, vrijdig, zotterdig en zondig”; de genitiefvormen hierbij: “smoendes, stiënsdes (stiënzes), sgoensdes (sgoenzes), stonner(d)es, svrijdes, sotter(d)es, sondes” (´s maandags, ´s dinsdags, ´s woensdags, ´s donderdags, ´s vrijdags, ´s zaterdags, ´s zondags)

    Antw. Kempen: gunstdag
    Vlaams Brabant: ghoenschtag

    Kimste de goensdig? Nèè, ich kan sgoensdes ni. (Kom je woensdag? Nee, ik kan ´s woensdags niet)
    Alle goensdige ès ´t (destijds: ees) vergaodering. (Alle woensdagen is er vergadering)
    Goensdigoëved gèève ze dèk voê(t)bal op télevieze. (Woensdagavond is er vaak voetbal op tv)

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 22 Nov 2011 13:17
    0 reactie(s)

    goensdig
    (de ~ (m.), -e)

    woensdag

    Voor de goede orde: de andere dagen van de week zijn “moendig, diënsdig, donnerdig, vrijdig, zotterdig en zondig”; de genitiefvormen hierbij: “smoendes, stiënsdes (stiënzes), sgoensdes (sgoenzes), stonner(d)es, svrijdes, sotter(d)es, sondes” (´s maandags, ´s dinsdags, ´s woensdags, ´s donderdags, ´s vrijdags, ´s zaterdags, ´s zondags)

    Antw. Kempen: gunstig
    Vlaams Brabant: ghoenschtag

    Kimste de goensdig? Nèè, ich kan sgoensdes ni. (Kom je woensdag? Nee, ik kan ´s woensdags niet)
    Alle goensdige ès ´t (destijds: ees) vergaodering. (Alle woensdagen is er vergadering)
    Goensdigoëved gèève ze dèk voê(t)bal op télevieze. (Woensdagavond is er vaak voetbal op tv)

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 22 Nov 2011 13:16
    0 reactie(s)

    maarte
    (de ~ (v.), ~n)

    werkvrouw
    oppas voor kinderen, en meid
    vrouw die het huishoudelijke werk deed voor de pastoor

    Etymologie: Middelnederlands ‘maerte’. Zou ontstaan zijn uit de eigennaam Martha

    • Mijn grootmoeder had een inwonende maarte, kort na de oorlog. Ze was de hulp in het huis en zorgde voor de drie zonen. Het was dé allerliefste maarte en verbleef er tot ze trouwde.
    • Meneer pastoor had een maarte, maar ze betekende voor hem véél meer!
    • “Zijn huysvrouwe benydde dat haer maerte schoonder was dan zy” – uit ‘De historie van Belgis’, Marcus van Vaernewyck, 1566
    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Nov 2011 13:03
    6 reactie(s)

    meeslaan

    meeslaan, sloeg mee, meegeslegen.
    gelukken, succes hebben

    de maarte had haar eerste taarte gebakken , en ’t was meegeslegen

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Nov 2011 12:58
    0 reactie(s)

    spinezze
    (de ~ (v.) ~'s)

    spinazie

    in Antw: m.

    vergeet niet de 1e e dof uit te spreken, de i kort
    (spi-nê:-zje)

    ook al is’t gezond, mijn zuster lust geen spinezze

    Regio Scheldeland
    Bewerking door de Bon op 21 Nov 2011 14:04
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.