Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
eigendom die als belegging verworven wordt, i.h.b. voor verhuur
In NL: beleggingspand
http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/1139/: standaardtaal in België
zie ook opbrengsthuis
Hij zit in de immobiliën, het kopen en verkopen van opbrengsteigendommen enzo.
eigendom die als belegging verworven wordt, i.h.b. voor verhuur
In NL: beleggingspand
http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/1139/: standaardtaal in Belgie
zie ook opbrengsthuis
Hij zit in de immobiliën, het kopen en verkopen van opbrengsteigendommen enzo.
schuld hebben, schuldig zijn (i.h.b. i.v.m. een verkeersongeluk)
http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/1042/: In België komt soms ook ‘in fout zijn’ voor. Deze wending wordt niet als standaardtaal beschouwd.
De Jean heeft een accident gedaan, gelukkig was er alleen blikschade en was em niet in fout.
niet slagen, er niet door zijn, onvoldoende hebben, buizen
herkomst: waarschijnlijk van de uitdrukking ‘op de fles gaan’
WNT: Op de flesch zijn, — gaan, van ondernemingen of vereenigingen die zich of personen die hun zaken niet staande kunnen houden. Het gebruik van deze uitdrukking hangt stellig samen met dat van op flesschen trekken, de persoon wiens zaken misgaan wordt vergeleken bij een vat dat ledigraakt
Hij is geflest in zijn derde jaar.
Ik ben geflest op de overhoring van aardrijkskunde.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.