Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
fanatiekeling
Hij is politieagent en kijk uit hoor, hij kent geen vrienden, hij gaat door!
Joenge zie’duit want tis ne flik èè en “nen echte”
een overtuigd aanhanger van iets, geboren voor
voor mannelijke woorden: nen echte
T’is nen echte coureur, ziet ’m is geven op zijne velo.
zachtjes aantikken
ook in Antwerpen
WNT:
’Modern lemma: titsen
bedr. en onz. zw. ww. Onomatopee. Thans alleen in Z.-Nederl.
Aanraken, beroeren.
“Een peerd titsen met de zweep” De Bo (1873).
Iets titsen aan of tegen; iets in aanraking brengen met.
“Het klare persel van witte Rhijndruiven …; frisch is zijn aanraking; als men er zijn tong eens tegen titst’ ritst de koele fijnheid er van, al tot in het dorstig hart”. Timmermans (1923).’
Hij was zachtjes met zijn trouwring tegen een glas aan ’t titsen om zo een nieuwe te bestellen.
deur- of raamlijsten
? Fr. le chambranle
ook kassement genoemd
zie ook sjambrang
cfr. schammerant (Hageland)
Hij was zo poepeloere dat hij met zijn smoel tegen de chambrang liep.
Ik heb haar in haar 8 dagen gezet.
’k heb ze in heur 8 dagen gezet.
Wordt opschepperig gezegd tegen de vrienden; wanneer een man zijn vriendin liet voelen dat hun relatie niet lang meer zal duren.
Ik de zin van: “ze heeft haar vooropzeg” gekregen
Ik moet haar niet meer, ik ga het uitmaken!
Ik moet da mokke nie mier emme, ‘k heb "z’in heur 8 dagen gezet"
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.