Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Ossenbilk of ossenbeik. Wordt smalend gebruikt voor mannen die niet meer sexueel actief zijn. Ossen zijn nu eenmaal gecastreerde stieren.
Hij zit in den ossenbilk, ossenbeik. Een man die niet meer in staat is tot sexuele activiteit, wegens ouderdom, ziekte, operatie of iets dergelijks.
Ossenbilk of ossenbeik. Wordt smalend gebruikt voor mannen die niet meer sexueel actief zijn. Ossen zijn nu eenmaal gecastreerde stieren.
Hij zit in den ossenbilk, ossenbeik. Een man die niet meer in staat is tot sexuele activiteit, wegens ouderdom, ziekte, operatie of iets dergelijks.
West Vlaams. Weeuw = weduwe. Vrouw die ongehuwd een kind heeft. Wordt reeds vermeld in het West Vlaamsch woordenboek van De Bo. Ook haagweeuw genoemd.
Het is een stoppelweeuwe. Ze is een ongehuwde moeder.
ook allee vooruit
wordt gezegd als men na aarzelen of tegenstribbelen toch instemt, een toegeving dus
(equivalent in Nederland: vooruit met de geit. Wat die geit hier doet weet ik niet)
Allez vooruit, nog ééntje, maar dan gaan we echt naar huis!
kermiswagentje waarmee je rijden en botsen kan
Limburg: botserkes
Enkele ritjes op de boksotootjes, als het kermis was, dat was reuzefijn.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.