Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
stotteren
zie ook hakkelaar
Hij begon van schrik te hakkelen.
iemand blaaskes wijsmaken;
iemand beetnemen op een goedmoedige wijze
Ge zijt me er fameus aan het doorsleuren he?
Brugge: akkeloare
Vlaamse Ardennen: akkeleir
WNT:
Modern lemma: hakkelaar
znw. m., mv. -s; vr. hakkelaarster.
Stamelaar, stotteraar, en in ZuidNederland daarvoor het gewone woord.
Hackeler. Balbus, blaesus, haesitator, titubator. Kiliaan (1588).
‘Wy (zeggen) Hakkelen voor Stamelen; want een Hakkelaar schijnt mede de woorden aan kleine stukjes te hakken’ Huydec.
‘Ik (weet) geen Streeken in ons Land, daar men meer stamerende menschen, of zogenoemde Hakkelaars, vind, dan aan onze Stranden’. Berkhey (1773).
© 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 1897.
Als Jan zenuwachtig is, gaat hij tijdens het praten steeds hakkelen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.