Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
naast
In Brugs: dernevenst en derneffenst
Ben Crabbé zat er helemaal nèffest, toen hij dacht dat Gertude van Duitste komaf was. Was er ooit een Gertude in Blokken?
verzot zijn op iets, iets of iemand graag hebben of zien
In Antwerpen stad: ‘zot van iets of iemand’ (o.a. de film “Zot van a”)
Ik ben zot op griezelfilms.
Hij is stapelzot op haar.
een twee-gevelige woning aansluitend op twee andere woningen. één langs links en één langs rechts. Je woont dus in een rijhuis. Verder heb je halfopen bebouwing en open bebouwing.
In Antw.: een huis in de rij
Ik woon in een huis dat gesloten bebouwing is; langs twee kantan heb ik zicht op een muur. Langs de twee overige kanten heb ik zicht naar buiten.
het regent pijpestelen
Ik ga niet naar buiten, het regent dat het giet.
Interessant is de verleden tijd:
Wij waren op de camping en het regende dat het giette. Al goed dat we rubberen botten (botten, rubberen ~) bij hadden.
Het was aan het regenen dat het giette en wij moesten onze regenfrak aanschieten.
opm: ‘het regende dat het goot’ kan ook
medicijnkast
Toemme, rats in mijne vinger gesneden. Haalt in de apotheekkast in de badkamer het roodsel en de sparadrap ne keer.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.